Ook te hoge kostenvergoeding kan geconsta teerd worden, indien van een rekening-cou rant slechts wordt gebruik gemaakt door het geven van slechts enkele giro-opdrachten tot zeer hoge bedragen. Men zal in deze gevallen goed doen aan het bovenvermelde tarief een minimum- en eventueel ook een maximum bedrag per post te verbinden. Zonder daarbij te komen tot een kostentoedeling voor alle diverse werkzaamheden van een bank, zal toch een eenvoudige kostenschatting ten aanzien van giroposten mogelijk zijn. Gaat men daar bij uit van het salarisadviesrapport, dan zal als salarislast gerekend moeten worden per post 0,10, formulierenkosten 0,07, aandeel in de vaste kosten p.m., zodat het minimum gesteld zou kunnen worden op circa 0,25 per post. Daarnaast kunnen dan de portikos- ten (dagafschrift) in rekening worden gebracht. Het bovenstaande had uitsluitend betrekking op de omzetprovisie. Daarnaast zullen echter ook andere vergoedingen door de boerenleen- banken in rekening worden gebracht als uit betalingsprovisie en bereidstellingsprovisie, welke laatste provisie een geheel ander ka rakter draagt. Onder de uitbetalingsprovisie vallen de in rekening te brengen kosten bij het opnemen van bij de bank door derden ten gunste van „niet-rekeninghouders" betaalbaar gestelde bedragen, benevens de provisie bij uitbetaling van cheques. Ten aanzien van provisieberekening bij uit betaling van betaalbaargestelde bedragen aan niet-rekeninghouders is de mening bij de bij ons aangesloten banken verdeeld. De ene groep banken brengt geen kosten in rekening daar men in de betaalbaarstelling ten gunste van niet-rekeninghouders een mo gelijkheid zie': de begunstigden te bewegen een rekening bij de bank te openen en op deze wijze het aantal vaste relaties uit te breiden. Een andere groep is van mening dat betaal baargestelde bedragen onverkort moeten worden betaald. Zij vergelijken daarbij deze uitbetaling met postcheques en poswissels Deze vergelijking gaat echter niet op, immers deze gelden worden uitbetaald door de Post cheque- en Girodienst of de postdienst, welke diensten echter de kosten reeds aan haar eigen rekeninghouder/opdrachtgever in rekening hebben gebracht. Algemeen gebruikelijk is de navolgende re geling, welke ook van toepassing is bij com merciële banken. Indien een bank een be drag ontvangt ten gunste van een niet-reke- ninghouder, dan zal de bank aan de begun stigde een bericht van beschikbaarstelling zenden. De begunstigde kan dit bedrag of in contanten opnemen of laten overschrijven op zijn eigen postrekening. In beide gevallen zal een provisie van V2 °/„0 met een minimum van 0,25 in rekening wor den gebracht aan de begunstigde. Indien de begunstigde een rekening heeft bij een andere boerenleenbank, dan zal hij kun nen verzoeken het bedrag op zijn rekening bij die bank over te maken, hetgeen provisie- vrij geschiedt. Indien een niet-rekeninghouder bij een bank een bedrag stort om dit over te boeken ten gunste van een derde, welke de rekening houdt bij een andere bank, dan zal daarvoor ook V2 "/0i, eventueel met een minimum van 0,25, in rekening moeten worden gebracht. Immers, een niet-rekeninghouder dient niet gunstiger te worden behandeld dan een rekeninghouder, welke laatste voor een opdracht tot overboe king omzetprovisie zou moeten betalen. Indien een niet-rekeninghouder echter gelden stort ten gunste van een eigen rekeninghou der, dan worden geen kosten in rekening ge bracht. Ten aanzien van het verzilveren van cheques dient het volgende te worden gesteld: liet is algemeen gebruikelijk, dat cheques, aangeboden aan de kas van een bank in dien deze getrokken zijn door een cliënt van de bank provisievrij worden verzilverd. Wanneer echter cheques worden aangeboden aan de kas van een andere bank, dan zullen deze als regel niet direct worden verzilverd, doch ter incasso genomen in verband met het vermijden van risico inzake de dekking. Wil de bank direct uitbetalen, dan zal als men ieder risico wil vermijden eerst bij de bank, waarop getrokken is, moeten worden geïnfor meerd of dekking aanwezig is. Doet men dit niet, dan loopt men risico. In elk geval heeft de bank, die een op een andere bank getrokken cheque verzilvert, het recht daarvoor de gebruikelijke provisie van V2 met een minimum van 0,25 in reke ning te brengen. Deze provisie dient te wor den vergoed door de bank, waarop de cheque is getrokken. Deze laatste kan op haar beurt O O 116

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 18