VRAGEN UIT DE ORGANISATIE ruiters bestaat, vallen deze niet onder het hypotheekrecht. Als de glasbedekking uit vaste ruiten bestaat, zullen deze wel onder het hypotheekrecht vallen. En eveneens zullen onder het hypo theekrecht vallen losse ruiten die men niet op andere warenhuizen of als platglas zou kunnen gebruiken. Als de bank een recht van hypotheek bezit op een warenhuis, dat met eenruiters bedekt is, zal zij natuurlijk veelal willen bereiken dat ook deze tot zekerheid aan de bank verbonden worden. In die gevallen is het noodzakelijk, dat de eenruiters aan de bank in eigendom tot zekerheid overgedragen worden. Men kan die overdracht in een losse onderhandse over drachtsakte vastleggen, welke men door de juridische afdeling der Centrale Bank kan laten opmaken. Bij de hvpotheekverlening op een warenhuis, dat met losse eenruiters be dekt is, zal de notaris goed doen de overdracht van de losse eenruiters in de hypotheekakte zelf op te nemen. Ook daarbij zal desgewenst de juridische afdeling van advies dienen. Het ligt in de bedoeling onder bovenstaand hoofd van tijd tot tijd vragen te behandelen, die voor de organisatie in haar geheel van belang kunnen worden geacht. Ditmaal is de rubriek geheel gewijd aan de provisietarieven bij de boerenleenbanken. VRAAG: Is het mogelijk een uniform provisietarief bij cle boerenleenbanken in te voeren? Of het uniform provisietarief voor de boeren leenbanken mogelijk is moet voorlopig nog worden betwijfeld. Ofschoon Raiffeisen als ideaal stelde om de totale onkosten te laten dekken door de in rekening te brengen provisie, is deze methode bij de Nederlandse boerenleenbanken nimmer gevolgd. Voor de laatste wereldoorlog kwam de pro visieberekening slechts sporadisch voor. Het giroverkeer was trouwens bij de boerenleen banken van zeer weinig betekenis en eerst bij de geldsanering, toen er een periode geweest is dat alleen girale betalingen konden plaats vinden, is men ook op het platteland meer giro-minded geworden en is het contante be talingsverkeer meer en meer vervangen door girale betalingen. Het giroverkeer brengt echter voor de banken kosten met zich, welke kosten, indien deze niet worden doorberekend aan cliënten, bestreden moeten worden uit de rentebaten. Indien de kosten van het giroverkeer een be langrijk deel van de totale kosten gaan uit maken kan de dekking hiervan uit de rente baten bezwaren gaan opleveren. Men zal dan namelijk öf de rente voor de uitzettingen hoger óf de rente voor toevertrouwde midde len lager moeten stellen dan normaal, tenzij men de kosten, verbonden aan het girover keer, laat komen ten laste van de exploitatie, hetwelk dan een redelijke reservevorming in de weg staat. Men zal er dan goed aan doen om de groep cliënten, die de kosten veroorzaakt, deze kos ten te laten betalen in de vorm van provisie. In het algemeen wordt door de Centrale Bank geadviseerd een tarief van: 1 °/00 provisie over de debetomzet tot 25.000,— V2 °/00 provisie over de debetomzet van 25.000,— tot 100.000,— en daarboven Va Toch zal de toepassing van dit tarief zonder meer tot een te hoge dan wel tot een te lage kostenvergoeding kunnen leiden. Te lage kostenvergoeding zal voorkomen, in dien steeds grote aantallen giro-opdrachten tot geringe bedragen worden gegeven. ANTWOORD 115

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 17