leenbank „Franeker" in hotel „De Valk" af
scheid van haar kassier, de heer J. Ruiter, die
deze functie vanaf 1939 heeft bekleed.
Bij de Coöperatieve Boerenleenbank te
„Grijpskerke" Zld. werd in de op 23 maart
gehouden algemene vergadering afscheid ge
nomen van de heer L. Louwerse, die de bank
sinds 1924 mocht dienen, tot 1951 als lid van
de raad van toezicht en van 1941 tot 1959 als
lid, later als voorzitter van het bestuur.
Na de Coöperatieve Boerenleenbank te Hens
broek gedurende 27 jaar te hebben gediend,
eerst als lid van de raad van toezicht (van 1932
tot 1945) en daarna als bestuurslid, nam de
heer Jac. van Vuure in de op 23 maart ge
houden algemene vergadering afscheid.
In 1916 werd de heer P. Voerman benoemd
tot lid van het bestuur van de Coöperatieve
Boerenleenbank „Kampen". Na deze functie
gedurende 43 jaar te hebben vervuld, nam de
heer Voerman in de op 25 maart gehouden ah
gemene vergadering afscheid van de bank.
De algemene vergadering van de Coöpera
tieve Boerenleenbank te Marrum nam op
4 maart afscheid van twee functionarissen van
de bank.
Allereerst van de heer D. Stallinga, die zowel
bij de bank als bij de organisatie een voorname
plaats innam. Vanaf de oprichting van de bank
in 1915 was de heer Stallinga gedurende 6 jaar
secretaris van het bestuur; daarna (met een.
onderbreking van 8 jaar) was de heer Stallinga^
29 jaar voorzitter van het bestuur. Ook do
functies van voorzitter van de Ring Leeuwar
den en die van vertegenwoordiger naar de
centrale ringvergadering werden door hem
jarenlang vervuld.
Voorts herdacht de bank te Marrum het 25-
jarig jubileum van de heer T. Verwal, die ge
durende die periode bestuurslid van de bank
is geweest, waarvan 20 jaar secretaris.
Een zilveren ambtsjubileum werd ook ge
vierd door de heer Ursem en wel bij de
Coöperatieve Boerenleenbank te Nibbixwoud.
Van 1934 tot 1945 was de heer Ursem lid van
de raad van toezicht en van 1945 tot heden
voorzitter van het bestuur.
Op 26 maart was het 25 jaar geleden dat de
heer P. Vreeswijk gekozen werd tot lid van
de raad van toezicht van de Coöperatieve
Boerenleenbank „Nieuwe Tonge"; hij ver
vulde bij dit college de functie van secretaris.
in 1935 ging de heer Vreeswijk in gelijke
functie over naar het bestuur van de bank.
In de op 23 maart gehouden algemene ver
gadering van de Coöperatieve Boerenleen
bank „Polsbroek en Vlist" herdacht de heer
B. Slingerland het feit, dat hij gedurende
40 jaren lid was van de raad van toezicht der
bank. De laatste jaren was de heer Slingerland
voorzitter van de raad.
Op grond van zijn vele verdiensten werd de
heer Slingerland onderscheiden met de ere
medaille in zilver, behorende bij de Orde van
Oranje-Nassau.
Op 14 maart herdacht de heer J. P. Alten
burg het feit, dat hij 25 jaar geleden be
noemd werd tot bestuurslid van de Coöpera
tieve Boerenleenbank „Roodhuis e.o.". De
heer Altenburg is thans secretaris van genoemd
college.
Bij de Coöperatieve Boerenleenbank „Roor-
dahuizum" werden twee jubilea gevierd en
wel van de heren M. J. Wiersma (van 1934 tot
1939 lid van de raad van toezicht, van 1939 tot
1953 lid van het bestuur en van 1953 tot heden
voorzitter van het bestuur) en I. Boersma
(van 1934 tot heden kassier).
De heer D. Eising was op 24 maart 25 jaar
lid van het bestuur van de Coöperatieve
Boereenleenbank te Sleen (van 1942 tot heden
secretaris).
Twee zilveren jubilarissen telde de Coöpe
ratieve Boerenleenbank te Wateringen. De
heer C. W. J. M. Duyvestein was 25 jaar lid
van het bestuur (thans secretaris) en de heer
S. M. van der Goes 25 jaar lid van de raad van
toezicht.
De Coöperatieve Boerenleenbank te Wezep
nam afscheid van de heer W. van Duinen,
voorzitter van het bestuur, die in verband met
het bereiken van de gestelde leeftijdsgrens zijn
functie neerlegde. Gedurende 23 jaar maakte
de heer Van Duinen deel uit van het bestuur
der bank.
Bij de Coöperatieve Boereenleenbank te
Wirdum vierde de heer G. H. de Boer zijn
25-jarig jubileum. In 1934 werd de heer De
Boer gekozen tot lid van de raad van toezicht,
van welk college hij in 1947 secretaris werd.
Vervolgens kwam de heer De Boer in 1953 in
het bestuur van de bank, om vanaf 1956 op te
treden als voorzitter van genoemd college.
96