FINANCIEEL OVERZICHT
Beschouwing van de deviezenbeweging in ons land en van de factorenwelke hierop van
invloed zijn. Invloed van de rentestand in het buitenland op de deviezenstroom. Onzeker
heid ten aanzien van het verdere verloop van de rentestand hier te lande. Mislukking uit
gifte premielening Amsterdam. Voorwaarden voor gemeentelifke emissie-activiteit door overheid
nog wat verzwaard. Enkele beschouwingen over de particuliere emissie-activiteit.
GERINGE DEVIEZENAANWAS
In de afgelopen maand is voor het eerst dui
delijk aan de dag getreden dat het met de
deviezenaanwas bij de Nederlandsche Bank
geen vetpot meer is. Met een totaal van
131/2 miljoen was het bekeken tegenover de
nog altijd rond 200 miljoen voor de beide
voorafgaande maanden tezamen. Nu moet
men altijd voorzichtig zijn met het trekken
van conclusies op grond van de zichtbare de
viezenbeweging bij de Nederlandsche Bank,
omdat zich daarbij de ontwikkeling van het
deviezenbezit bij het particuliere bankwezen
aan de waarneming onttrekt.
Weliswaar is de deviezenbeweging bij de Ne
derlandsche Bank in hoofdzaak zo niet uit
sluitend het resultaat van de verkoop- en
aankooptransacties, die tussen particulier
bankwezen en centrale bank gedurende de
desbetreffende periode tot stand komen,
maar de banken zijn niet gedwongen hun
buitenlandse vorderingen aan de circulatie
bank over te dragen. Zij mogen die zelf aan
houden en desgewenst ook in het buitenland
uitzetten, terwijl het omgekeerd ook voor
komt, dat zij debet staan op rekening bij een
of meer buitenlandse banken, waardoor deze
laatste een deviezenvordering op Nederland
hebben. Wel doen de banken geregeld opgave
van hun netto-positie tegenover het buiten
land aan de Nederlandsche Bank, zodat men
daaromtrent toch in het jaarverslag het
nieuwe verschijnt einde april wordt ge
oriënteerd. Ook worden maandelijks gegevens
omtrent de positie van de handelsbanken door
het Centraal Bureau voor de Statistiek ge
publiceerd, die een licht op de deviezenbe
weging werpen, maar deze zijn nogal achter.
Zo beschikken wij op het ogenblik van schrij
ven nog slechts over de gegevens van januari,
die intussen te zien gaven, dat in die maand
de vorderingen met een deviezenkarakter op
het buitenland in handen van de represen
tatieve handelsbanken met 209 miljoen wa
ren gestegen (die dus niet in de officiële de
viezenaanwas van de Nederlandsche Bank
waren begrepen), terwijl de schulden van die
banken aan het buitenland bovendien met
28 miljoen waren gedaald.
Het spreekt vanzelf, dat de betalingsbalans
de positie van circulatiebank en particuliere
banken tezamen omvat.
Dat de particuliere banken nu weer aanleiding
hebben om middelen in het buitenland aan te
houden of uit te zetten, vindt zijn verklaring
in de wijzigingen, die zich inmiddels ten aan
zien van de rentestand hebben voltrokken. I11
de Ver. Staten is het officiële disconto in
maart met een half procent verhoogd tot 3
waarmee het dus nog !4 boven het Neder
landse officiële rentetarief is uitgestegen. Op
de particuliere leningmarkt der Ver. Staten is
de rentestand evenwel reeds tot ca. 4V2 op
gelopen, terwijl ook de rente voor overheids-
papier zich reeds nabij het in de Ver. Staten
geldende maximum van 414 beweegt.
In elk geval blijkt dus, dat van een lage
rentestand in Amerika geen sprake meer is
en dat de rentetarieven in de Ver. Staten
voor bepaalde sectoren van de geld- en ka
pitaalmarkt zelfs zodanig zijn, dat zij een
stimulans kunnen vormen om Nederlandse
saldi tijdelijk aldaar uit te zetten. Daar komt
dan nog bij dat de betalingsbalans op grond
RENTESTIJGING IN DE VER. STATEN
90