MAANDELIJKSE MOMENTOPNAMEN Nog altijd zuivelcrisis? Wie in zijn onschuld zou menen, dat de crisis in de afzet van zuivelprodukten, die zich een jaar geleden zo scherp deed gevoelen, tot het verleden behoort, zal zijn optimisme voorlopig een beetje moeten matigen. Op de algemene vergadering van de Friese Maatschappij van Landbouw heeft de heer Ritzema van Ikema (Frico en Coöp. Condensfabriek Friesland) verklaard, dat men er van moet uitgaan, dat de toestand van de Nederlandse zuivel op dit ogenblik in wezen dezelfde is als die van ver leden jaar, toen de zuivel met een ware crisis te kampen had. Het verschil is, dat er nu geen extra voorraden zijn. Maar men moet er reke ning mee houden dat de melkproduktie in West-Europa zal blijven stijgen. Dit zal be paaldelijk gebeuren in de Nederlandse afzet gebieden, België, Duitsland en Frankrijk. Steenkolen op een hoop De agrarische produktie heeft vaak de last van grote, moeilijk te plaatsen voorraden te dragen. Over de oorzaken daarvan en over de middelen om overproduktie te voorkomen is in het verleden veel te doen geweest en nog altijd is het afstemmen van de produktie op de afzetmogelijkheden een kunststuk, dat de land bouwpolitiek niet kan volbrengen. De Ver enigde Staten zijn het klassieke land van de landbouwoverschotten geworden. Nederland heeft in de dertiger jaren een ruim aandeel in de lasten te dragen gehad. Het vorig jaar stonden we zeer plotseling voor zuivelover- schotten en hebben we veel moeten horen over de grote lasten die de buiten zijn oevers ge treden melkstroom het Nederlandse volk heeft berokkend. Maar nu hebben we dan ook een kolencrisis. Als oorzaken boort men noemen: sterke toe neming van het gebruik van stookolie voor allerlei doeleinden, vermindering van de staal- produktie (cokes) en dan zijn er nog lang lopende contracten voor de levering van Amerikaanse kolen. Deze contracten heeft men enige jaren geleden afgesloten omdat het er naar uitzag, dat Europa het niet zonder Ameri kaanse kolen kon stellen. Het is anders uitge komen. Enorme voorraden hebben zich bij de mijnen opgehoopt. De moeilijkheden, die uit deze situatie voortvloeien, zijn zeer ernstig. West-Duitsland heeft de invoerrechten op kolen verhoogd en tevens maatregelen ge nomen om de concurrentie van de olie te beteugelen; in België is de sluiting van onren dabele mijnen acuut geworden (staking in de Borinage). Van de zijde van de Kolen- en Staalgemeenschap is dezer dagen verklaard, dat er aan een beperking van de invoer van kolen in het gebied van de zes K.S.G.-landen niet te ontkomen zal zijn. Zelfs heeft de Hoge Autori teit officieel de noodtoestand aangekondigd. Deze geschiedenis kan ons leren, dat de moei lijkheden, waarmede de landbouw reeds lang te kampen heeft, ook kunnen voorkomen in andere sectoren van de economie, zelfs in de kolennijverheid, die een gering aantal pro- duktie-eenheden telt en waar men de voort brenging beter zou moeten kunnen beheersen dan in de landbouw. Daar is men echter niet mee klaar als men het verbruik grondig ver keerd raamt. Iedereen kan er van leren. Zouden we, zittende op die grote bergen van kolen, de landbouw problemen overziende, niet wat milder in ons Men kan niet zeggen dat de zuivelcrisis tot het verleden behoort. Ziende op de kolencrisis milder oordeel over de overschotten in de landbouw. Omzetten van groenten en fruit in 1958. In de laatste jaren geen grote veranderingen in het deel, dat de agrarische produ centen in de distribuerende handel van de kleinhandelsprijs van voedingsmiddelen in handen krijgen. De handelsbalans over 1958 toont een gunstig beeld. O O 56

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 6