sproken, als blijkt, dat het onderpand onvol doende is om daarop de schuld te verhalen. Is echter een overheidsinstelling of een ander groot lichaam borg, dan zal van deze ge dragslijn veelal worden afgeweken; men zal alsdan de borg zelf de executie van het be zwaarde onderpand willen laten ter hand ne men. Daartoe is noodzakelijk, dat de hypo theek gepasseerd wordt in de vorm van een vaste hypotheek. 4. Hypotheekverlening voor beleggings doeleinden. Het komt vaak voor, dat een boerenleenbank een lening onder hypothecair verband ver strekt voor beleggingsdoeleinden; veelal is dit een hypotheek, die verleend wordt buiten de eigen kring of buiten de agrarische sector. Het is niet bezwaarlijk, wanneer in zulke ge vallen de bankhypotheek wordt gebezigd; men kan echter, om geen verkeerde verwach tingen te wekken, alsdan beter een vaste- hypotheekakte gebruiken. 5. Hypotheek, te verlenen door een (cöpera- tieve) vereniging, naamloze vennootschap of andere rechtspersoon. Bij de hypotheekverlening door rechtspersonen kan gewoonlijk geen bankhypotheekakte wor den gebezigd. Meestal moet namelijk bij de rechtspersoon voor het verlenen van de hypo theek de goedkeuring gegeven worden door de algemene vergadering, respectievelijk de vergadering van aandeelhouders, of enig ander orgaan van de rechtspersoon. Zulk een goed keuring pleegt gewoonlijk alleen gegeven te worden voor het vestigen van hypotheek voor een bepaalde schuld of een bepaald krediet, en niet voor alle toekomstige schulden. Overi gens bestaan tegen een bankhypotheek, die door een rechtspersoon wordt verleend, geen principiële bezwaren; wanneer b.v. de alge mene vergadering van een vereniging geneigd is goedkeuring voor een bankhypotheek te ver lenen, dan kan zulks derhalve geschieden. Omtrent de inhoud van het door de algemene vergadering te nemen besluit plege men vooraf overleg met de Centrale Bank. C. Enige vragen betreffende hypotheek van meer algemene aard We beantwoorden in het onderstaande nog enige vragen betreffende hypotheek van meer algemene aard. 1. Hoe moet gehandeld worden bij royement van hypotheken Aangenomen mag worden, dat de bankhypo theek niet teniet kan gaan dan nadat degene, tot zekerheid voor wiens schuld de hypotheek werd gevestigd, is overleden, eri de eventueel ten tijde van zijn overlijden bestaande schul den geheel zijn afgelost, of de hypotheek in de hypotheekregisters wordt doorgehaald. Een vaste hypotheek gaat teniet door het te niet gaan van de schuld, waarvoor de hypo theek gevestigd is, zonder dat daarvoor nog een royement behoeft plaats te vinden. In de praktijk wordt echter ook in de laatstbedoelde gevallen royement toegepast om het onroe rend goed in de registers „schoon" te krijgen. Is er een bankhypotheek, dan zal de bank ge houden zijn in de doorhaling toe te stemmen, indien zij geen vordering op de persoon heeft, tot zekerheid voor wiens schulden de bank hypotheek is gevestigd, en het niet aanneme lijk is, dat zij zodanige vordering zal ver krijgen. Door de notaris, die met het opmaken van de akte van royement wordt belast, moet aan de bank een stuk worden afgegeven, waaruit blijkt, dat de hypotheek is doorgehaald. Dit stuk kan bestaan óf uit een afschrift van de akte van royement óf uit een afschrift van de akte, waarbij de bank volmacht tot het roye ment heeft gegeven. 2. Hoe moet van de toestemming van de andere echtgenoot blijken, indien het be zwaarde goed de gemeenschappelijke wo ning of de woning van de andere echtge noot is? Wanneer iemand, die gehuwd is, een onroe rend goed wil bezwaren, waarin hij gemeen schappelijk met de andere echtgenoot woont, of dat door de andere echtgenoot alleen wordt bewoond, dan is voor de bezwaring de toe stemming van die andere echtgenoot nodig. Deze regel geldt, ongeacht of de hypotheek gever in of buiten gemeenschap gehuwd is en ook ongeacht of het desbetreffende on roerende goed van zijn zijde dan wel van de zijde van de andere echtgenoot in de huwe lijksgemeenschap is gevallen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 29