genoemd: hypotheekgevers, en de comparant
onder A sub 1 (de man) ook: de schuldenaar.
Vervolgens wordt in de akte A 1 overal waar
het woord „hypotheekgever" staat, dit woord
vervangen door hetzij „hypotheekgevers", het
zij „schuldenaar", al naar gelang van hetgeen
bedoeld wordt. Niets immers belet de echt
genoten om een onroerend goed, dat deel uit
maakt van de huwelijksgemeenschap, tezamen
te bezwaren, ook al wordt dit door één hun
ner alleen bestuurd. Het is niet noodzakelijk,
dat in zulk een geval de vrouw zich tezamen
met de man aansprakelijk stelt.
Als onroerend goed, dat van de zijde van de
man in de gemeenschap is gevallen, bezwaard
dient te worden voor schulden van de vrouw,
is het voorgaande van overeenkomstige toe
passing.
Overigens gelden voor de vraag, of het er
voor gehouden moet worden dat een onroe
rend goed van de zijde van de man dan wel
van de zijde van de vrouw in de gemeenschap
is gevallen, en hoe daarbij moet worden ge
handeld, de richtlijnen, vastgesteld door de
Broederschap van Notarissen in Nederland.
Wanneer onroerend goed, dat aan één dei-
echtgenoten privé behoort, bezwaard moet
worden voor de schulden van de andere echt
genoot, dan gebruike men model A 2.
3. Hoe moet gehandeld worden bij beperkte
borgtocht voor een voorschot, dat gegeven
wordt onder zekerheid van hypotheek?
In dat geval moeten in de akte B 2 achter:
„De mede-ondergetekenden
verder te noemen: de borg(en), verklaart (ver
klaren) zich ten behoeve van de bank" op
bladzijde 1 worden ingelast de woorden: „tot
een bedrag van
Meestal heeft men bij een dergelijke beperkte
borgtocht de bedoeling, dat de verbintenis
van de borg een einde zal nemen, als de
schuld door normale aflossing tot een zeker
bedrag zal zijn gedaald. Wanneer dat inder
daad wordt beoogd, dan moet in de akte B 2
achter bepaling 15 worden ingelast bepaling
16, luidende: :„De verbintenis van de borg
(of borgen) zal een einde nemen, als de schuld
van de schuldenaar uit voormelde hoofde door
normale (d.w.z. niet door uitwinning verkre
gen) aflossing is gedaald tot
4. Op welke wijze moet aan de verzekerings
maatschappij van de cessie van verzeke
ringspenningen worden kennis gegeven
Gewoonlijk pleegt in de hypotheekakten het
beding te worden gemaakt, dat ingeval van
brandschade de verzekeringspenningen zullen
treden in de plaats van de hypotheek. Men
noemt dat het beding bedoeld in art. 297 van
het Wetboek van Koophandel, of ook wel het
assurantiebeding.
In de hypotheekakten komt, als een faculta
tieve bepaling, die ter keuze van de banken in
voorkomende gevallen kan, doch niet behoeft
te worden opgenomen, naast dit assurantie-
beding de cessie van verzekeringspenningen
voor. Daarmee kunnen, als het verbonden
goed tegen andere schade dan brandschade,
b.v. storm- of glasschade, verzekerd is, de
eventuele uitkeringen van de verzekerings
maatschappij tegen die andere schade aan de
bank tot zekerheid overgedragen worden.
In een der akten komt de cessie van verzeke
ringspenningen niet naast, doch in de plaats
van het assurantiebeding voor. Dat is het geval
in de akte, waarin de hypotheekverlening door
een derde geregeld wordt. (A 2). Onze wet
maakt het namelijk niet mogelijk in zulke ge
vallen het assurantiebeding te maken. Der
halve omvat de cessie van verzekeringspen
ningen volgens die akte zowel de uitkeringen
terzake van brandschade als terzake van an
dere schade.
Zowel het assurantiebeding als de cessie van
assurantiepenningen moeten door de verze
keraar schriftelijk worden erkend. Voor de er
kenning van het assurantiebeding door de
verzekeringsmaatschappij gebruike de notaris
het formulier, vastgesteld op grond van de
z.g. Kramer-overeenkomst; voor een erken
ning van de cessie kan men zich bedienen
van een bij de Centrale Bank verkrijgbaar
formulier (formulier A 25).
Ons wordt wel eens de vraag gesteld, of de
cessie van uitkeringen terzake van andere
schade dan brandschade alleen dan in de hy
potheekakte moet worden opgenomen, indien
de verzekering tegen deze schade in een
andere polis dan die, waarin de brandschade
geregeld wordt, is vastgelegd. In de praktijk
komen ook de meer uitgebreide brandpolissen
voor, waarin ook is verzekerd de schade, te
lijden door storm, ontploffing, diefstal, enz.
Ons antwoord op deze vraag is, dat het al-
3