VERENIGINGSNIEUWS werkje van 5 minuten zeggen onze kassiers zeer aan te bevelen. Inmiddels ontvingen enkele banken reeds een premienota over 1958. In het kort herhalen wij onze opmerkingen over deze nota, gemaakt in de Raiffeisen-Bode van mei 1958. Het over 1958 te betalen premie bedrag (1ste kol c m van de nota), dat als zodanig op de balans per 31 december 1958 behoort voor te komen, wordt in 1959 in zijn geheel als verlies geboekt, onder vermelding van de verschil lende onderdelen (W.W, K.B., Z.W. en Zfb.). Het reeds betaalde voorschot over 1958 (2de kolom van de nota) wordt gecrediteerd op de rekening „Voorschotten sociale verzekering", terwijl het verschil tussen premiebedrag en voorschotheffing zal moeten worden geboekt in de ontvangstkolom Centrale Bank (Postgiro) indien moet worden bijbetaald en aan de uit gaafzijde van genoemde rekening wanneer de bank het verschil terugontvangt. De gang van zaken bij ziekte van de kassier, met name het aangeven van het ziektegeval bij de Bedrijfsvereniging moet over het alge meen vooral bij éénmansbanken weinig bevredigend worden genoemd. Meestal berusten de ziekte-aangifteformulieren ten kantore der bank, terwijl de werkgever d.i. het bestuur van de bank in feite het ziektegeval op de eerste verzuimdag dient aan te geven. Op de werknemer (de kassier) berust alleen de plicht, dat hij zich ziek meldt of laat melden bij zijn werkgever. Hiermede zal de voorzitter van het bestuur van de bank uiteraard direct op de hoogte zijn, zodat dit onderdeel geen moeilijkheden zal opleveren. Daar wij ons levendig kunnen voorstellen, dat vooral bij ernstige ziekte van de kassier niemand ten huize van deze functionaris er aan zal denken de ziekte-aangifteformulieren in orde te maken, lijkt ons ook in verband met de voorschriften van de Bedrijfsvereniging de meest doelmatige regeling, dat deze formulieren zo ver mogelijk ingevuld ter hand worden gesteld aan de voorzitter of een ander lid van het bestuur. Indien dit bestuurslid dan zo vriendelijk wil zijn om voor het verzenden der ziekte-aan gifteformulieren te zorgen, loopt de bank niet de kans, dat uitkering van ziekengeld achter wege blijft. Tenslotte wordt daarvoor door de bank ook premie betaald. Ten aanzien van banken met personeel mag aangenomen worden, dat bij ziekte een rege ling is getroffen, waarbij het bestuur zelf niet direct actief behoeft op te treden. Wellicht ten overvloede verwijzen wij naar het boekje „Wegwijzer voor de werkgever", dat onlangs door de Bedrijfsvereniging voor bank en verzekeringswezen aan al onze banken werd toegezonden. Hierin worden allerlei pro blemen, betrekking hebbende op de sociale wetgeving, besproken. Wij moeten deze rubriek ditmaal beginnen met het aanbieden van verontschuldigingen en wel aan het adres van de Coöperatie Boeren leenbank „Harmeien". In ons vorige nummer maakten wij namelijk melding van het veertig jarig bestaan van deze bank, terwijl in de Raiffeisen-Bode van oktober 1958 reeds over het vijftigjarig bestaan van de bank is ge sproken. Inderdaad hebben wij ons door het feit, dat de heer C. H. van de Poll gedurende veertig jaar kassier van de bank was geweest, laten verleiden eenzelfde tijdsduur aan de bank toe te kennen, zulks ten onrechte! In de afgelopen maand nam de Coöperatieve Boerenleenbank te Culemborg haar nieuwe bankgebouw in gebruik en wel op 18 februari met een bijeenkomst in de foyer van het restaurant Van Gelder te Culemborg. Op 17 februari deed de Coöperatieve Boeren leenbank te Uffelte dit. Men kwam daartoe bijeen in hotel Götz te Havelte. Ook de Coöperatieve Boerenleenbank te Schermerhorn nam haar nieuwe bankgebouw 68

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 18