stand die men ook kan vaststellen aan de hand van de desbetreffende publikaties omtrent het in omloop zijnde schatkistpapier. De omvang van het papier met de kortste looptijd neemt duidelijk af ten gunste van de langer lopende schuld. Kenmerkend voor het voortgaande proces van de rentedaling was tenslotte, dat het rente plafond voor kasgeldleningen, leningen dus met een looptijd van ten hoogste een jaar, die vooral gemeenten afsluiten, door de centrale overheid van 4 tot 23A werd verlaagd. Tot medio november was dit maximum gelijk ge steld met het promessedisconto van de Neder- landsche Bank, dat een half procent hoger is dan het officiële disconto. Zoals men weet is het officiële disconto sinds 15 november in twee etappes met in totaal 3A verlaagd tot 23A De verlaging van het plafond voor kas geldleningen heeft het maximumtarief daar voor dus gebracht op dat van het officiële disconto. Wat de schatkistpositie als zodanig aangaat, valt in het bijzonder te vermelden, dat dank zij de storting op de 4V2 °/o staatslening het tegoed van het Rijk bij de Nederlandsche Bank op 16 februari een recordstand van ruim 1100 miljoen bereikte, dat omstreeks he* einde van de maand echter met ca 200 mil joen was geslonken. De netto deviezenaanwas kan voor de eerste twee maanden van het jaar op rond 200 mil joen worden gesteld, waarbij buiten be schouwing is gelaten de afboeking van ruim 400 miljoen in verband met de overgang van de Europese Betalings Unie op de Europese Monetaire Overeenkomst. De Staat zal be doelde afgeboekte vordering van de Neder landsche Bank overnemen, die daartegenover schatkistpapier zal verkrijgen. Die vordering heeft dientengevolge haar deviezenkarakter verloren. Ten aanzien van de deviezenpositie is voorts nog vermeldenswaard, dat minister Zijlstra in de memorie van antwoord bij de begroting van Economische Zaken (Eerste Kamer) de verwachting heeft uitgesproken, dat de toeneming van de deviezenvoorraad in 1959 veel geringer zal zijn dan in het afge lopen jaar, waarover het overschot ca IV2 miljard heeft bedragen. Bovendien zal in 1959 de kapitaaluitvoer toenemen. Enerzijds dient men in dit verband te denken aan de stortingen voor het Europese Fonds en het Internationale Monetaire Fonds, anderzijds aan verruiming van het kapitaalverkeer met het buitenland, welke de Nederlandsche Bank in beginsel in de afgelopen maand weer heeft toegestaan. De centrale bank heeft namelijk doen weten, be reid te zijn aanvragen tot goedkeuring van de introductie van buitenlandse aandelen weer in overweging te nemen. Hiermede wordt ongedaan gemaakt het ver zoek van de Nederlandsche Bank van 2 sep tember 1957, gericht tot de financiële instellin gen, om zich voorshands te onthouden van de introductie hier te lande van buitenlandse fondsen. Het éénrichtingsverkeer, door ons de vorige maal nog besproken in samenhang met de belangrijke deviezenaanwas, veroor zaakt door de buitenlandse effectenaankopen op onze beurs, maakt derhalve ten dele althans voor een tweerichtingsverkeer plaats. Hierover hebben de desbetreffende financiële instellin gen geen gras laten groeien, zoals blijkt uit de aangekondigde introducties van beleggings fondsen met een internationaal karakter. Wegens naamsverandering TE KOOP: twee Marmorite GLASPLATEN met opschrift: Coöp. Boerenleenbank lengte totaal 3 m en gedreven bronzen letters: Coöp. Boerenleenbank. Coöperatieve Raiffeisenbank „Hellendoorn", tel. Nijverdal 05686—750. AFNEMENDE DEVIEZENAANWAS 65

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 15