Prof. Dr. G. MINDERHOUD
Op 26 januari jl. heeft de voorzitter van het bestuur
der Centrale Bank zijn zeventigste levensjaar vol
eindigd.
Er rekening mede houdende dat de heer Minderhoud
zijn verdiensten niet gaarne in het volle licht der
publiciteit geplaatst ziet, volstaan wij met het
afdrukken van deze foto en met de verzekering dat
onze gehele organisatie hem gelukwenst met deze
verjaardag en hoopt hem nog vele malen zo in
actie te zien.
komst, waarin afgevaardigden van deze rin
gen (meestal de voorzitters) uitputtend zijn
voorgelicht door het bestuur en de direotie van
de Centrale Bank omtrent de gang van zaken
en omtrent alle mogelijke beleidskwesties, die
de organisatie raken. Men kan ervan ver
zekerd zijn, dat in deze z.g. centrale ringver-
gadering niet alleen de leiding van de Cen
trale Bank het woord voert!
Op deze wijze is al sedert tientallen jaren
voor de aangesloten banken een goed inzicht
in de bedrijfsvoering van de Centrale Bank
en een volledig begrip voor noodzakelijk ge
achte maatregelen en „voorschriften" aan
wezig.
Tenslotte mogen wij verklaren, dat onze ban
ken niet schromen een bezoek aan de Cen
trale Bank te brengen, indien zij menen, dat
hun belangen om welke reden dan ook
in het gedrang komen. Niet in het minst is
dit nog bevorderd door de uitnodiging van de
Centrale Bank aan alle functionarissen van
de aangesloten banken om met hun dames
het in 1957 in gebruik genomen nieuwe bank
gebouw te komen bezichtigen. Enige duizen
den hebben spontaan aan deze uitnodiging
gehoor gegeven en op deze wijze de onder
linge band versterkt.
Het leek ons nuttig aan dit onderwerp nog
eens een korte beschouwing te wijden. Dit
betekent niet, dat de Centrale Bank niet zou
openstaan voor kritiek.
Een zaak of een organisatie, die leeft, levert
dagelijks tal van problemen en moeilijkheden
op, die dikwijls niet van vandaag op morgen
kunnen worden opgelost. Met gezamenlijke
inspanning en toewijding en met goede wil
is dit echter te bereiken.
29