voor het Rijk tevens aanleiding geweest de
rente, die daarbij wordt vergoed, verder te ver
lagen. Men krijgt daarvan een denkbeeld wan
neer men weet, dat de rente voor tweejarig
schatkistpapier in de loop van januari van
3|/8 tot 2% kon worden teruggebracht en
die voor driejarige schatkistbiljetten van 31/2
op 3!/s Voor vijfjarige biljetten bedroeg de
rentevoet aan het einde van de maand 3V2
tegen 33/4 aan het begin van de maand.
Men ziet hieraan ook, dat blijkbaar de vraag
voor het twee- en driejarige schatkistpapier het
grootst is geweest.
Voorts dient er op te worden gewezen, dat de
notering voor daggeld zich aan het begin van
de maand op het niveau van IV2 °/o bewoog,
doch medio januari tijdelijk tot 2 °/o steeg in
verband met geldbehoefte voor de storting op
het nieuwe schatkistpapier, die toen moest
plaats vinden, alsook ten dele door vraag naar
kort geld van de zijde van de Bank voor Neder-
landsche Gemeenten ter overbrugging van de
korte periode, die aan de driemaandelijkse uit
betaling door het Rijk op 25 januari aan
de gemeenten, tot een bedrag van 270 mil
joen, voorafging.
De Nederlandsche Bank heeft harerzijds ter
motivering van de jongste discontoverlaging
enerzijds gewezen op de sterke positie van de
gulden op de internationale wisselmarkten en
anderzijds op de aanhoudende stijging van de
goud- en deviezenvoorraad, respectievelijk de
verruiming van de geldmarkt. De vaste stem
ming van de gulden weerspiegelde zich in het
bijzonder in de dollarnotering in guldens, die
op het laagst mogelijk niveau is gekomen, nl.
de officiële aankoopprijs van de Nederlandsche
Bank, die op 3,77 ligt, tegenover een officiële
verkoopprijs van 3,83. Lager dan eerstge
noemd niveau laat de Nederlandsche Bank de
koers van de dollar niet dalen en hoger dan
3,83 laat zij die koers niet stijgen. Dit zijn
dus de wisselkoerspariteiten, waartussen de
dollar zich in de wisselhandel kan bewegen.
Uit het voorgaande blijkt, dat het aanbod van
dollars voortdurend overweegt. De oorzaak
daarvan moet worden gezocht bij de omvang
rijke verkopen van Nederlandse effecten naar
Amerika. Tot dusverre heeft de Nederlandsche
Bank de opbrengst van die verkopen, die in
dollars worden betaald, de z.g. effecten
dollars op één lijn behandeld met dollars,
die uit anderen hoofde via goederen en
dienstenverkeer aan haar werden aange
boden.
Men vraagt zich in financiële kringen echter
af of deze toestand op de lange duur wel be
stendigd zal kunnen blijven. Het wordt niet
uitgesloten geacht, dat er te eniger tijd op de
een of andere wijze een rem zal worden aange
legd aan de voortdurende verkopen van de
aandelen der grootste Nederlandse onder
nemingen naar het buitenland. Wij zeggen
bepaald niet dat het die kant zal uitgaan, om
dat het hier een zeer ingewikkeld probleem
betreft, dat niet eenvoudig op bevredigende
wijze is op te lossen.
Zou de Nederlandsche Bank echter te eniger
tijd de effectendollars niet meer als gewone
dollars willen aanvaarden, dan zou zulks tot
gevolg hebben, dat de koers van die effecten
dollars beneden de officiële pariteit van 3,77
zou dalen, terwijl de gewone dollar daaren
tegen boven die pariteit zou noteren. Aldus
zouden tweeërlei dollarkoersen worden ge
creëerd, wat voor het buitenlandse effecten
verkeer een hinderpaal zou betekenen en ook
uit zuiver monetair oogpunt niet zonder
bezwaren zou zijn.
EENRICHTINGSVERKEER
De moeilijkheid van het dollarprobleem,
teweeggebracht door de effectenverkopen naar
het buitenland, spruit voort uit de omstandig
heid, dat tegenover die effectenuitvoer geen
effecteninvoer staat. In het algemeen begeert
de Nederlandse belegger de buitenlandse aan
delen thans niet, omdat het buitenlandse koers-
peil relatief hoger is dan het Nederlandse,
anders gezegd, het buitenland volgens Neder
landse maatstaven duur is. Anderzijds wordt
nog steeds het embargo voor buitenlandse
leningen hier te lande gehandhaafd, zodat er
geen hoger rentende leningen van vreemde
landen in Nederland worden geplaatst. Deze
laatste zouden tot op zekere hoogte een tegen
wicht kunnen vormen tegen de aandelenuit-
voer, hetgeen ook gunstig zou zijn voor de
Nederlandse betalingsbalans. Want thans staan
tegenover de dollarontvangsten, veroorzaakt
door de effectenaankopen door het buitenland,
deviezenverplichtingen voor de toekomst
wegens de daarop verschuldigde dividend
betalingen. Bij plaatsing van buitenlandse
DOLLAR OP LAAGSTE STAND
42