dom tot zekerheid over te dragen. Daar de eigendomsoverdracht tot zekerheid namelijk niet gepubliceerd wordt, heeft geen der schuldeisers gelegenheid, na te gaan of de aan hem in eigendomsoverdracht tot zekerheid aangeboden goederen reeds aan een ander in eigendom tot zekerheid zijn overgedragen. Het ontwerp voor een nieuw Burgerlijk Wet boek heeft de kwestie van het „bezitloze pand recht" opgelost in die zin, dat voor het vestigen van een bezitloos pandrecht de aan tekening van de verpanding in een openbaar register vereist wordt. De eigendomsover dracht tot zekerheid wordt door het ontwerp geheel verboden. De registers zullen worden gehouden bij de Kamers van Koophandel. Het ontwerp is echter nog geen wet Hoewel er van vele zijden bezwaren tegen het door het ontwerp voorgestelde registerpand- recht zijn aangevoerd, heeft de Commissie Landbouwkrediet zich daarmede kunnen ver enigen. Echter heeft zij rekening houdende met de weerstanden, welke tegen de verplich ting tot registratie zullen bestaan bepleit, dat naast het in te voeren registerpandrecht een praktisch bruikbare regeling van „bezit loos pandrecht zonder registratie" zal worden gehandhaafd, ten einde een soepele overgang naar het nieuwe recht in de praktijk mogelijk te maken. Het registerpandrecht geeft in vele opzichten aan de crediteur een zekerder positie, zodat wel kan worden verwacht, dat op den duur ook in de praktijk de voorkeur aan het registerpandrecht zal worden gegeven. Het voornaamste voordeel is wel, dat de dubbele of meervoudige eigendomsoverdrach ten tot zekerheid in de toekomst tot het ver leden zouden behoren, wanneer het register pandrecht zou worden ingevoerd. Het huidige recht maakt het onmogelijk om tak- en wortelvaste vruchten als zekerheid te geven voor voorschotten of kredieten, die bij een bank worden opgenomen. Wanneer de kredietnemer eigenaar is van de grond, die hij bewerkt, kan hij op de grond hypotheek geven. Onder hypotheek vallen dan ook de tak- en wortelvaste vruchten. De vestiging van hypo theek vergt echter relatief hoge kosten, terwijl dit middel geen baat brengt als de krediet nemer geen eigenaar van de grond, doch alleen pachter daarvan is. De Commissie Landbouw krediet heeft gemeend dat hier een ernstige lacune in onze wet is. In de land- en tuinbouw doet zich zeer sterk de behoefte gevoelen een methode te vinden waardoor ook de groeiende oogst tot zekerheid voor bedrijfskrediet kan worden verbonden. De kredietbehoefte van vele land- en tuinbouwbedrijven, zo schrijft de commissie, vertoont een scherpe top in de tijd, dat de oogst te velde staat. Deze krediet behoefte is van kortstondige aard en leent zich, financieel-economisch gezien, bij uitstek voor financiering met behulp van bankkrediet. De commissie heeft dan ook voorgesteld, dat het in het nieuwe Burgerlijk Wetboek mogelijk moet zijn de te velde staande oogst voor het bedrijfskrediet te verbinden. De Commissie Landbouwkrediet heeft de be hoefte geconstateerd om een middel te vinden, waardoor de pachter de door hem aan het ge pachte aangebrachte verbeteringen, zoals kas sen, warenhuizen, silo's en andere opstallen, tot zekerheid voor de leningen of kredieten, welke noodzakelijk zijn voor de financiering van dergelijke verbeteringen, kan verbinden. De commissie heeft derhalve aangedrongen op een wijziging van de pachtwet. In de pacht wet moet worden bepaald, dat de pachter, die zulke opstallen heeft geplaatst, deze te allen tijde kan afbreken om de afkomende mate rialen tot zich te nemen en dat de pachter de vorenbedoelde bevoegdheid tot zekerheid aan een bankinstelling kan overdragen of ver panden. Voor de boerenleenbanken, die regelmatig met de verouderde wettelijke regeling van zeker heidsrechten geconfronteerd worden en daar van de nadelen ondervinden, is dit rapport van grote betekenis, en wij nemen aan, dat de wensen van de commissie ook in onze organi satie een ruime weerklank zullen vinden. 2. Verpanding tak- en wortelvaste vruchten 3. De overdracht van op gepachte gronden door de pachter gebouwde opstallen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 11