geld de rol speelt van waardemeter van per soonlijke prestaties, produkten, prijzen, schul den en bezittingen, winst en verlies'. Het karakter van een bank is in de eerste plaats en vrijwel uitsluitend dienstverlenend." De boerenleenbankorganisatie bezit dit dienst verlenende karakter in het bijzonder en daarom geeft de arbeid, op de posten, waar dit karak ter aan de dag komt, zulk een grote voldoening. De jubilaris van vandaag, aldus de heer Keyser, staat in het bijzonder op zulk een post. „Het is nu de taakvan de beer Hen driksen geweest om de mensen, op wier schouders de verantwoordelijkbeden gelegd zijn, bestuur ders, leden van de raden van toezicht en kas siers der boerenleenbanken, te helpen, bij te staan, te adviseren, te leren de banken te besturen." Na gewezen te hebben op het feit, dat de heer Hendriksen zijn werk tot 1955 heeft verricht als naaste medewerker van de heer Visser „wiens scherpe geest en wiens inzicht en ken nis zo'n grote invloed hebben gehad op de ontwikkeling A an onze organisatie", vervolgde de heer Keyser aldus „Ieder heeft zijn eigen stijl. De heer Hendrik sen heeft een manier om de zaken van de plaatselijke banken te behandelen, die nie mand vóór hem heeft gehad of na hem zal krijgen." Oog hebbend voor de kleinere vraagstukken, is het de bijzondere kracht van de heer Hendriksen, dat hij geen ogenblik de grote lijnen loslaat. Inzonderheid wees de heer Keyser ook op de taak van de jubilaris de functionarissen van de boerenleenbanken te overtuigen van de nood zakelijkheid van vaak onaangename maat regelen. Namens directie en personeel bood de heer Keyser een platenspeler aan, daarbij de wens uitsprekend, dat de heer Hendriksen er toe zal kunnen komen 's avonds eens rustig te luiste ren naar goede muziek. „Met dit geschenk mag ik dan de verzekering bekrachtigen van grote achting en waardering, die allen, die bij de Centrale Bank werken, voor u gevoelen." De heer mr. H. H. Schröder, hoofdinspecteur van de Centrale Bank, die verklaarde de jubi laris ongeveer 38 jaar van zeer nabij te hebben gekend en meegemaakt, wees er verder op dat de ijver van de jubilaris, diens doorzettings vermogen in moeilijke situaties, zijn takt om met de toenmaals voor het merendeel nog eenvoudige functionarissen der boerenleen banken om te gaan en zijn vermogen door zijn optreden naar buiten goodwill te kweken voor de Centrale Bank, in sprekers geheugen staan gegrift en hem gestimuleerd hebben tot navolging. Gedurende lange jaren, aldus de heer Schröder, gaf de heer Hendriksen leiding aan de buiten dienst, daarbij voor ieder openstaand zonder de belangen van de organisatie uit het oog te verliezen. Later moest de leiding van de buitendienst door de jubilaris uit handen worden gegeven omdat hem meer belangrijke werkzaamheden werden opgedragen. Al bleef de belangstelling voor de buitendienst, het contact met de binnendienst werd nauwer. Memorerend de benoeming van de heer Hendriksen tot directeur („een benoeming, waarover ieder, die door zijn werk met u in aanraking kwam, zich heeft verheugd"^ wees de heer Schröder erop, dat ook 's avonds de Centrale Bank door de jubilaris niet wordt vergeten. Als tweede deel van het geschenk van directie en personeel bood de hoofdinspecteur een langspeelplaat aan, alsmede een couvert, welks inhoud de heer Hendriksen in staat zou stellen een discotheek samen te stellen. De volgende spreker, de heer mr. Edm. Del- hougne, voorzitter van het bestuur van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven, noemde het een voorrecht zich namens deze instelling bij de reeds geuite ge lukwensen te mogen aansluiten. 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 9