HET VEERTIGJARIG JUBILEUM
VAN DE HEER H. J. HENDRIKSEN
Ter viering van het veertigjarig jubileum van de heer H. Iiendriksen in dienst van de
Centrale Bank werd op zaterdag 3 januari jl. in het gebouw van de Stadsschouwburg
(„Esplanade") te Utrecht een bijeenkomst gehouden.
Naast de heer Hendriksen en diens familie waren hier aanwezig leden van het bestuur en
de raad van toezicht der Centrale Bank, de beide andere directeurenvertegenwoordigers
van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven, het huldigingscomité uit de
boerenleenbanken, de vertegenwoordigers van de ringen van boerenleenbanken, van de raad
van toezicht van de Coöperatieve Grondkapitaalbank voor den Landbouwprocuratiehouders,
hoofdambtenaren, inspecteurs en ondernemingsraad van de Centrale Bank, verschillende
andere personeelsleden, oud-functionarissen, vertegenwoordigers van de commissie van het
Onderling Waarborgfonds en van de Stichting Pensioenvoorziening Kassiers.
D e bijeenkomst, die onder leiding stond van
prof. dr. G. Minderhoud, voorzitter van het
bestuur der Centrale Bank, werd door deze
geopend met een woord van welkom en van
goede wensen voor het nieuwe jaar, allereerst
tot de jubilaris en diens familie en voorts tot
de overige aanwezigen.
„Wij hebben", aldus de heer Minderhoud,
„deze gelegenheid aangegrepen om u in aan
wezigheid van dit gezelschap te kunnen zeg
gen hoe dankbaar wij ervoor zijn, dat de
Centrale Bank en onze gehele organisatie ge
durende veertig jaren de vruchten hebben
mogen plukken van uw onvolprezen diensten."
Na opgemerkt te hebben dat de jubilaris zijn
huidige positie heeft bereikt zonder andere
hulpmiddelen dan zijn eigen bijzondere kwali
teiten en capaciteiten, wees de heer Minder
houd erop, dat naast een helder en gezond
verstand, een buitengewone werkkracht en een
onovertrefbare toewijding voor de organisatie,
het vooral de sympathie en het vertrouwen, die
de heer Hendriksen van ieder, waarmede hij
in aanraking kwam, heeft weten te verwerven,
geweest zijn, die verantwoordelijk zijn voor
diens succes.
„U is daardoor de vertrouwensman geworden
van haast ieder bestuur van elke boerenleen
bank, om van het bestuur van de Centrale
Bank maar niet te spreken. U hebt daardoor
tal van kleinere en grotere wrijvingen, die in
een organisatie altijd optreden en zullen op
treden, in vrede en vriendschap tot een oplos
sing weten te brengen."
Echter wees de heer Minderhoud er ook op
dat het steeds voor ieder klaar staan tevens een
zwak punt van de Hendriksen is, die namelijk
moeilijk „neen" kan zeggen en daardoor ge
vaar loopt onder het werk begraven te raken
en te veel van zijn krachten te vergen.
Teneinde de jubilaris er toe te brengen
's avonds minder te werken, bood de heer
Minderhoud een televisietoestel aan, in de
hoop „dat het u er toe zal brengen de waarheid
te erkennen van de spreuk, dat het na gedane
arbeid (op de Centrale Bank, thuis) goed
rusten is."
De volgende spreker was de heer F. W. baron
van der Borch tot Verwolde, voorzitter van het
huldigingscomité uit de boerenleenbanken, die
er op wees dat alle jongeren, die bij de orga
nisatie van de Coöperatieve Centrale Raif-
feisen-Bank werken, een voorbeeld kunnen
nemen aan de jubilaris, met wiens werkkracht
en adviezen de gehele organisatie steeds haar
voordeel heeft kunnen doen.
„Momenteel is de organisatie reeds een mach
tige financiële instelling in den lande en heeft
zij de agrarische sector mede geholpen zich
krachtig te ontwikkelen. Moge zij door een
drachtige samenwerking op de ingeslagen weg
voort gaan tot heil en zegen van ons vader
land."
Namens de aangesloten banken bood de heer
Van der Borch een couvert met inhoud aan
„als dank voor de buitengewone verdiensten,
aan onze organisatie bewezen."
Daarop nam de heer ir. J. S. Keyser, als mede
directeur van de Centrale Bank het woord.
Deze wees allereerst op het feit dat vele
buitenstaanders zich nog steeds een verkeerde
voorstelling maken van de functie, die een
bank verricht.
„Een bank is een hoogst nuttige instelling, on
ontbeerlijk in een maatschappij, waarin het
6