UIT DE PRAKTIJK
men verkondigt, dat met de maatregelen, die
men voorstaat het doel van de andere partij
het beste bereikt wordt. Dat lijkt raar maar
het is toch ook weer niet zo mal als iemand,
die het beginsel van waardevast geld voorop
stelt, beweert dat de economische groei op
den duur veel groter zal zijn als de inflatie
in toom gehouden wordt, omdat de groei dan
ononderbroken door zal gaan. Aan de andere
kant wordt gesteld, dat de snelst mogelijke
expansie der bedrijvigheid het beste genees
middel is voor de soort van inflatie waaraan
de Verenigde Staten kort geleden onderworpen
zijn geweest. Dat klinkt wat gewaagd, maar
er zit toch ook iets in. Waar men het echter
over eens kan zijn is, dat de groei van de
nationale produktie in Amerika in de laatste
jaren gering is geweest, n.1. iets meer dan 1
per jaar. Zulk een langzame groei, meent men,
betekent een onvoldoende gebruik van de
beschikbare produktiemiddelen en van de
mogelijkheden.
In ons land hoort men de vraagstukken in
den regel niet op deze wijze stellen. Wij zijn
er ons wel van bewust, dat we het lot niet
in eigen hand hebben en dat het economisch
beleid ons voor een belangrijk deel door het
buitenland wordt opgelegd. Als we echter ge
leidelijk een deel worden van de grote econo
mische eenheid, die de landen van de Gemeen
schappelijke Markt omvat, zullen we ons veel
meer in vraagstukken van deze aard moeten
verdiepen en moeten trachten een woordje
mee te spreken als de gemeenschappelijke
economische politiek aan de orde is. Wij heb
ben het recht om mee te praten en dat zullen
we moeten doen ook nu wij een deel worden
van een groot geheel dat in mindere mate
van de buitenwereld afhankelijk is. Een deel
van de tegenwoordige buitenwereld zal onze
eigen ruimte worden. Dat kan een voordeel
betekenen als we ons daarin op passende wijze
kunnen laten gelden.
EINDE EERSTE JEUGDSPAARWET-JAAR
De tijd gaat snel. Maar een wettelijk spaar-
jaar kan nog sneller gaan. Per ultimo december
is nl. het eerste wettelijke spaarjaar geëindigd,
dat overeenkomstig de bepalingen van de
jeugdspaarwet op 1 oktober jl. is begonnen.
Een jaar dus van drie kalendermaanden lang.
In theorie kan zo'n jaar nog korter zijn, want
men kan op 30 december een jeugdspaarover-
eenkomst aangaan en dan eindigt het eerste
spaarjaar de volgende dag al.
Het is bekend, dat het saldo van een jeugd-
spaarrekening aan het eind van het eerste
spaarjaar minimaal 30,— moet bedragen, wil
de spaarder het recht op rijkspremie blijven
behouden. Er zijn zelfs modelberichtkaarten
bij de materiaalafdeling verkrijgbaar om daar
mede de spaarder attent te maken op de nood
zaak ener aanvullende storting. Desondanks
hebben sommige spaarders het minimum nog
niet bereikt op 31 december jl.
Er zijn dan twee mogelijkheden om door te
gaan. De jeugdspaarovereenkomst is niet meer
van kracht en het saldo kan worden overge
boekt op een gewone spaarrekening.
Desgewenst kan de spaarder echter een nieuwe
overeenkomst tekenen en dus opnieuw begin
nen aan het eerste spaarjaar, dat thans vrij
wel een vol kalenderjaar is. Het enige nadeel
is dan, dat de uitkering van de rijkspremie
een jaar later plaats vindt dan oorspronkelijk
werd verwacht. In ieder geval moet de spaar
der op deze mogelijkheden worden gewezen.
Meespreken
11