produktie is. Nog maar enkele jaren geleden zag men in de veenkoloniën weer het spook beeld van de onverkoopbare overschotten verschijnen. Men nam krachtige maatregelen om een flink kwantum aardappelmeel extra te plaatsen in korte tijd. Als men geweten had hoe daarna de verhouding van vraag en aanbod zich zou ontwikkelen, zou deze ge forceerde opruiming niet hebben plaatsge vonden. In de veenkoloniën is ook de graanopbrengst niet meegevallen. Dat is trouwens in het noorden (Oldambt b.v.) op meerdere plaatsen het geval. Door de rijstebrijberg De verbetering op de zuivelmarkt is zeer be langrijk. De prijzen voor boter en kaas zijn weer ongeveer aangeland op het niveau, dat voor de scherpe daling van ongeveer een jaar geleden bestond. Niet alleen zijn de prijzen mooi gestegen, maar ook is de markt veel gezonder doordien de voorraden opgeruimd zijn. Toen het produktieseizoen begon, waren de prijzen slecht en de voorraden zeer groot. Het verbruik is echter door de lage prijzen sterk toegenomen en nu zien we, dat de oude voorraden verdwenen zijn en dat ook de grote produktie van deze zomer aan de man gebracht is. We hebben ons dus in 1958 door de zuivelcrisis heen gegeten. De prijzen, die momenteel bij de uitvoer kunnen worden bedongen, zijn nog niet vol doende om de boer zonder subsidie aan de garantieprijs te helpen. Maar de toestand is veel gunstiger dan in het begin van het jaar, toen op een zeer grote zuivelsubsidie moest worden gerekend. Tweede record: eieren Voor zover op dit moment is te overzien zal er in 1958 nog een record worden verbeterd. De uitvoer van eieren zal die van het vorige jaar in omvang en bedrag gaan overtreffen. Dat is nu eens een produkt, dat zich tot dus verre zonder subsidie als een echte Neder landse veredelingsindustrie heeft weten te handhaven. Een nieuwe loot aan de dikke boom der pluimveehouderij is de produktie van slacht- pluimvee, die in hoeveelheid en kwaliteit sterk is toegenomen doordat de kippen als regel na één legjaar worden opgeruimd. De afzet in het binnenland zou zich beter moeten ontwikkelen. Dat komt misschien in orde als het aantal verkoopplaatsen een behoorlijke uitbreiding ondergaat. In het buitenland wordt echter in toenemende mate een afzet gebied voor ons geslacht pluimvee gevonden. Het vorige jaar bedroeg de waarde van de uitvoer van deze produkten al ruim 100 miljoen en dit jaar zal daar nog wel iets bijkomen. Derde record: spaargelden En dan is er nog een record gebroken. De spaargelden, die aan de gezamenlijke boeren leenbanken in Nederland (Eindhoven en Utrecht samen) zijn toevertrouwd, hebben in de loop van de maand november de 3 miljard gulden overschreden. Het is voor de banken verheugend, dat zij zozeer het vertrouwen van de spaarders ten plattelande blijven be zitten. Voor de Nederlandse economie is het een mooi ding, dat een gunstige spaarontwik- keling bij de boerenleenbanken (en bij de andere groepen van spaarinstellingen) kan worden geregistreerd. Het is immers een teken van gezonde kapitaalvorming in een land, dat er voor alles op bedacht moet zijn de produktiefactor kapitaal in voldoende mate ter beschikking te hebben. Wat de spaargelden der boerenleenbanken betreft is er nog steeds het misverstand, dat de huidige groei zou duiden op een bijzonder gunstige inkomenspositie van de boeren. Wij zien dit verband niet. In de eerste plaats is slechts iets meer dan 50 °/o der boerenleen bankspaargelden van zuiver agrarische her komst. En verder moet men in het oog houden, dat men in de landbouw (en ook in andere takken van bedrijf) reeds geruime tijd terughoudend is met het doen van investe ringen en dat ook de duurzame consumptie goederen er op het platteland minder grif ingaan dan in stedelijk milieu. Dit kan tot gevolg hebben, dat er in de kringen der boe renleenbankspaarders zowel in bedrijf als in gezin een liquiditeitstoeneming plaatsvindt, die zich demonstreert in een groei van het volume der spaargelen bij de boerenleen banken, die wat groter is dan die, welke plaatsvindt bij de bondsspaarbanken en de Rijkspostspaarbank. Over het inkomen, dat in land- en tuinbouw wordt genoten, zeggen deze cijfers evenmin iets als de cijfers van de deposito's bij de handelsbanken over de winsten in handel, industrie en scheepvaart. 282

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 8