Kroniek
uit eigen kring
Als deze regels onze banken onder ogen
komen, zijn zij reeds enkele dagen in het bezit
van de z.g. rentecirculaire, waarin de Cen
trale Bank haar voorlopige rentetarieven
voor 1959 heeft medegedeeld, alsmede haar
adviezen betreffende de door de aangesloten
boerenleenbanken te volgen rentepolitiek.
Deze circulaire wordt ieder jaar met span
ning tegemoet gezien, hetgeen begrijpelijk is.
De grote tegoeden, die het merendeel van
onze leden bij de Centrale Bank onderhoudt,
vormen een belangrijk deel van de spaar
gelden en rekening-courantsaldi van de
banken en de rentevergoeding voor deze
overtollige middelen is mede van invloed op
de door de banken voor de naaste toekomst
vast te stellen rente voor spaargelden en
rekening-courantsaldi alsmede voor de aan
kredietnemers in eigen kring te berekenen
debetrente.
De Centrale Bank streeft ernaar haar voor
waarden en adviezen zo mogelijk vóór de
maand december bekend te maken om de
besturen van de aangesloten banken in de
gelegenheid te stellen zich te beraden over
eigen rentepolitiek voor het komende jaar.
Het is een goede gewoonte geworden dit be
raad ook in ringverband te houden, waardoor
onderlinge concurrentie zoveel mogelijk ver
meden kan worden.
Het is wellicht goed eens een korte beschou
wing te wijden aan de wijze, waarop een
dergelijke rentecirculaire tot stand komt.
Uit de diverse vragen, die ons soms begin
november al bereiken in de trant van „Weet
u al iets over de rente voor 1959?", blijkt wel,
dat het nuttig is uit te leggen, dat een der
gelijk besluit de nodige studie en overweging
eist.
In de eerste plaats wordt aan de hand van
de beleggings- en financieringspositie van de
Centrale Bank zo nauwkeurig mogelijk be
groot hoe deze posities zich in de loop van
het komende jaar zullen ontwikkelen. Daarbij
kan enerzijds gebruik worden gemaakt van
betrekkelijk zekere factoren als aflossingen op
leningen, uitloting van effecten, vervalter
mijnen van schatkistpapier, enz. Daarnaast
zijn er echter tal van onzekere factoren.
Hoe zal het gaan met de tegoeden van de
boerenleenbanken bij de Centrale Bank? Is
er een verdere aanwas van spaargelden te
verwachten en zo ja, in welke mate? Hoe zal
de kredietbehoefte bij de lokale banken zich
ontwikkelen?
Deze en vele andere factoren moeten bepa
len in hoeverre het tegoed bij de Centrale
Bank zal dalen of stijgen. Is dit tegoed bij de
Centrale Bank volgens bepaalde normen en
verwachtingen bij benadering vastgesteld,
dan behoort voor nieuwe beleggingen (vrij
komende aflossingen en eventuele stijging
van de tegoeden der banken) een prognose te
worden gemaakt voor het te verwachten ver
loop van geld- en kapitaalmarkt. Uiteraard
is dit een moeilijke taak, zodat berekeningen
dienen te worden opgezet op een zeer conser
vatieve basis, rekening houdende met de
lessen van het verleden.
Zijn op deze wijze van maand tot maand
over het boekjaar de geschatte inkomsten be
cijferd, dan kan na aftrek van de begrote
onkosten en een redelijk exploitatie-overschot
ter versterking van de reserves het bedrag
worden vastgesteld, dat de Centrale Bank
beschikbaar heeft voor rentevergoeding aan
haar leden, de aangesloten banken. En hier
begint een tweede serie van begrotingen en
overwegingen een rol te spelen.