Coöperatiedag te Rotterdam
dwijnende varkens te vervangen door andere,
zo lang hij nog één varken voor de firma
mestte.
Allerlei belangstellenden, die de firma naar
de boerderij toe stuurde om de varkens te
bekijken, overliepen het bedrijf, hetgeen de
eigenaar als onvrij aanvoelde. Dat hij zijn
vrijheid echter volledig kwijt was, bemerkte
hij weldra. Hij zag, dat de firma een groot
deel van de winst in de zak stak, welke hij
zelf zou kunnen maken als hij de biggen voor
eigen rekening mestte. Toen hij echter de
band met de firma wilde staken en geen
nieuwe varkens meer aannam, werd hem
voor de overneming van de nog aanwezige
varkens een zodanige prijs gevraagd dat hij
er niet aan kon denken hierop in te gaan.
Bovendien ontbraken hem de middelen er
voor. Hij had dus geen andere keus dan öf
nieuwe varkens aan te nemen öf de nog aan
wezige biggen af te mesten, waarbij hij zijn
inkomsten geleidelijk aan zou zien slinken
totdat het laatste varken zou zijn verdwenen.
Gelukkig werd door samenwerking tussen
boerenleenbank, aankoopvereniging en vee-
afzetvereniging de mogelijkheid geschapen,
dat de landbouwer zich van deze knellende
banden kon ontdoen. Eens te meer bleek, dat
slechts de eigen coöperaties van de boer hem
de zo onontbeerlijke vrijheid en onafhanke
lijkheid konden bieden.
Het bovenstaande moge aanleiding zijn voor
hen, die overwegen dergelijke contracten met
de particuliere industrie aan te gaan, zich
terdege te bezinnen op de gevolgen welke dit
voor hen kan meebrengen.
Het Zuidhollandse Instituut voor Landbouw
coöperatie treedt eens per jaar voor het
voetlicht met een goed georganiseerde
coöperatiedag.
Buiten de leden van het instituut zijn dan tal
van vertegenwoordigers aanwezig van orga
nisaties uit de provincie Zuid-Holland en de
vergadering kenmerkt zich als regel door een
openhartige bespreking van problemen op
het gebied van de landbouwcoöperatie.
De heer P. Beekenkamp opende als voorzitter
van het Instituut deze vijfde coöperatiedag
en gaf daarbij een overzicht van de ontwik
keling en de werkzaamheden van het
Instituut.
Daarop werd het woord verleend aan prof.
dr. H. J. Frietema ter inleiding van het
onderwerp „Het concentratievraagstuk in
land- en tuinbouwcoöperaties". In een klare
betoogtrant gaf de heer Frietema een over
zicht van enige verschijnselen, die zich in het
bedrijfsleven voordoen en die alle onder het
begrip concentratie kunnen worden gebracht.
Er zijn duidelijke economische oorzaken, die
tot concentratie leiden, zoals b.v. de steeds
meer kapitaal vergende technische uitrusting
van het bedrijf. Tenslotte ging spreker na in
welke mate er concentratie plaats vond in het
coöperatieve bedrijf. In coöperaties, die hun
optimale grootte hebben bereikt (o.a. veilin
gen en boerenleenbanken), kan het begrip
concentratie nauwelijks worden toegepast.
Toch kon de heer Frietema verschillende
punten noemen, die in samenwerking (en dus
in concentratie) door coöperatieve bedrijven
zouden kunnen worden uitgevoerd, zoals:
personeelsbeleid, bedrijfsvergelijking, uit
wisseling technische gegevens, collectieve
reclame, research, enz.
Spreker constateerde, dat het concentratie
tempo bij de coöperatieve bedrijven lager is
dan bij niet-coöperatieve ondernemingen en
dat men de voordelen van concentratie wel
eens onderschat. Concentratie heeft tal van
mogelijkheden, doch dan is de eis: samen
werking
Voor de middagbijeenkomst was een forum
samengesteld, dat vele vragen en opmerkin
gen kreeg te verwerken, betrekking hebbende
op het onderwerp „concentratie". Hierbij
bleek wel, dat de praktijk tal van bezwaren
in de weg legt, die in het coöperatieve be
drijf zwaarder wegen dan elders.
Toch was deze gedachtenwisseling uitermate
nuttig, zodat de coöperatiedag aan haar doel
heeft beantwoord.
298