De boer en zijn vrijheid De controle door het bestuur op de voor schotten laat bij sommige banken nog wel eens iets te wensen over. Genoemd college mag zich om een voorbeeld te noemen niet van haar taak ontslagen achten, omdat de kassier b.v. op de „nota van rente en aflos sing" het saldo kapitaal vermeldt. Wij kunnen ons voorstellen, dat de opkomst van voorschotnemers op de door het bestuur te houden jaarcontrole-zittingen soms niet zo groot zal zijn, omdat deze cliënten reeds in de maand december met hun voorschotboekje ten kantore van de bank zijn geweest om rente en aflossing te betalen. Daarom zijn verschillende besturen ertoe overgegaan om in de maand januari aan alle voorschotnemers door gebruikmaking van formulier 226 II een opgave te zenden, vermeldende het saldo van het voorschot en eventuele achterstallige rente. Het totaal van deze saldi zal moeten over eenstemmen met het op de balans voor komende bedrag aan uitstaande voorschotten (kolom 5 van uittreksel II). De eventuele achterstallige renteposten etc. kunnen direct In de Raiffeisen-Bode van november jl. is een artikeltje opgenomen, ontleend aan „Bol werk" en getiteld „Gevaarlijke ontwikkeling". Hierin wordt het verschijnsel gesignaleerd, dat in Amerika reeds op grote schaal voor komt en waarbij door een systeem van contractering de particuliere industrie de boer in vele gevallen in een van haar af hankelijke positie brengt. Het blijkt, dat deze contracteringsmethoden zijn komen overwaaien en ook in Nederland ingang beginnen te vinden. De boer dreigt hierdoor zijn vrijheid dikwijls geheel te ver liezen. Een treffend voorbeeld daarvan kwam ons dezer dagen onder de ogen. Een landbouwer had met een particuliere veevoederhandel een contract gesloten, waar bij hij zich verplichtte varkens voor haar te mesten. De varkens en het voer werden door de firma gefinancierd, terwijl de boer, die als afgelezen worden uit kolom 8(resp. kolom 11) van uittreksel II. Met betrekking tot de controle op de spaar bankboekjes vestigen wij volledigheidshalve de aandacht op formulier 226 I, te verzenden aan spaarders, welke in gebreke zijn gebleven hun boekje voor rentebijschrijving en con trole aan te bieden. De kassier dient steeds actief te zijn om waar mogelijk de grootboekadministratie met de in de boekjes genoteerde cijfers te verge lijken, opdat de jaarcontrole door het bestuur vlot kan verlopen en de kassier de zekerheid heeft, dat de door hem opgemaakte rekening en balans juist zijn. Een en ander wordt be handeld in hoofdstuk 14 van de Handleiding voor de administratie, genaamd „Waar de kassier attent op moet zijn". Wij brengen onder de aandacht van de kassiers, dat iedere voorschotnemer in het bezit moet zijn van een voorschotboekje. Wij vertrouwen, dat de besturen van onze aan gesloten banken hierop nauwlettend zullen toezien. mester in dienst van de firma trad, daarvoor een loon ontving van ongeveer 1,per week per varken. Hierin was tevens de ver goeding begrepen voor het ter beschikking stellen van mestgelegenheid, licht enz. Door dat deze boer nu werknemer was geworden, ontving hij ook kinderbijslag, hetgeen de firma in de vergoeding verdisconteerde, zo dat de Staat in feite een gedeelte van het mestloon betaalde. Tevens was overeengekomen dat de boer, zo lang hij nog varkens voor de firma mestte, dit niet voor anderen of voor zich zelf mocht doen. Wilde hij van het contract af, dan kon hij óf de aanwezige varkens, eigendom van de firma, tegen een met deze overeen te komen prijs overnemen ten aanzien van die prijs lag geen objectieve maatstaf vast hetzij de nog aanwezige varkens afmesten, zonder in de gelegenheid te zijn de ver- 297

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 23