buitenland afgesloten om de positie van de schatkist te verlichten. Een versterking van de deviezenpositie als zodanig was niet nood zakelijk en dat is dan ook niet geaccentueerd door die deviezen reeds korte tijd later separaat te reserveren. Aan de andere kant is het verheugend, dat de positie van de schatkist, vergeleken met een jaar geleden, zodanig is verbeterd, dat de aflossing op het Duitse krediet geen gewicht in de schaal legt. Wel mag in dit verband niet onopgemerkt blijven, dat de helft van het Nederlandsche schatkistpapier, dat tot een totaal bedrag van 200 miljoen bij de Deutsche Bank was geplaatst, enkele maanden geleden door de Nederlandsche Bank was teruggekocht, die het vervol gens in het raam van haar z.g. open marktpolitiek weer van de hand heeft ge daan. Dat kwam er dus op neer, dat die kort lopende schuld werd overgeheveld naar binnenlandse geldgevers, die het voor tijde lijke belegging wel wilden hebben. De aflos singstermijn van dit papier is echter zoals vanzelf spreekt, dezelfde gebleven, zodat de Staat in deze maand toch hiervoor zal moeten opkomen, voor zover daartegenover dan niet weer nieuw schatkistpapier door het Rijk in omloop wordt gebracht. Vooruitgang schatkist Terwijl het saldo, waarover het Rijk op 31 december 1957 bij de Nederlandsche Bank beschikte, slechts 290 miljoen beliep, was dit tegoed per 1 december jl. met 539 mil joen ongetwijfeld zeer bevredigend te achten. Op eerstgenoemde datum was immers reeds f 261 miljoen van het Internationale Mone taire Fonds verkregen en bovendien ook reeds gedisponeerd over het Duitse krediet van netto na aftrek van 5 disconto 190 miljoen. Daarmede rekening gehouden was de schatkist dus zelfs meer dan leeg. In het saldo per 1 december jl. is anderzijds wel de opbrengst begrepen van netto ca 244 mil joen der jongste staatslening, waarop de storting per 1 december is geschied. Open-marktpolitiek De veranderingen, die in het bezit aan schat kistpapier van de Nederlandsche Bank in de afgelopen maand zijn voorgekomen, zijn vrij groot geweest, zodat een nadere toelichting daarop gewenst is. Alleerst was deze porte feuille in het raam van de door de Centrale Bank gevoerde open-marktpolitiek met on geveer 50 miljoen tot 50,6 miljoen volgens de weekstaat van de Nederlandsche Bank per 24 november gedaald. Dat kwam er dus op neer, dat de Nederlandsche Bank tegenover het verkochte schatkistpapier mid delen uit de geldmarkt had gezogen en aldus een verkrappende invloed daarop had uitge oefend. Voor een dergelijke politiek van de monetaire instanties zou men wellicht ten dele de verklaring kunnen vinden in het feit, dat het percentage van de dekking, die het bankwezen bij de Nederlandsche Bank ver plicht is aan te houden, sinds een paar maan den op 10 is gehandhaafd. De deviezen- aanwas is echter vrijwel onafgebroken voort gegaan en heeft een dienovereenkomstige middelenverruiming op de geldmarkt teweeg gebracht. Verkoop van schatkistpapier in de open markt werkt evenzeer drainerend als een verdere verhoging van het kaspercentage, doch heeft het voordeel, dat aldus een rentevergoeding aan de instellingen, die het schatkistpapier kopen, wordt gegeven, terwijl de verplichte dekking geheel renteloos is. De weekstaat van de centrale bank per 1 december gaf een plotselinge stijging van de schatkistportefeuille met 125 miljoen te zien. Deze sproot daaruit voort, dat deNeder- landsche Bank een post schatkistpapier, waar in de Koninklijke Petroleum een deel van de emissie-opbrengst in januari had belegd, had overgenomen, vermoedelijk tegen betaling in ponden. De netto goud- en deviezenvoorraad gaf dan ook voor de desbetreffende week een daling te zien met 70 miljoen, waaruit blijkt, dat overigens deviezen naar ons land moeten zijn gevloeid. De geldruimte heeft zich verder vooral weerspiegeld in een daling, in vier etappes, van de notering voor daggeld van 2Va tot IV2 °/o. De Nederlandsche Bank is er voorts ingaande 17 november toe overgegaan driemaands schatkistpapier af te geven op basis van slechts 21/4 °/o disconto, lager dan het toewijzingsdisconto voor driemaandspapier, zoals dit bij de tender der schatkist van 4 november nog had ge golden. De schatkist zelf heeft de rentevoet voor tweejaarspapier inmiddels van 31/2 verlaagd tot 3'A °/o, waartegenover de rente voor drie- en vijfjaarspapier op 3% en 3/s werd gehandhaafd. 294

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 20