stukjes kunnen uiteenvallen. De wenselijk
heid van een dergelijke drastische ingreep in
het erfrecht mogen wij laten rusten; een en
ander toont wel aan dat de problemen, die
met de toetsing van de overgang van grond
op familieleden samenhangen, geenszins een
voudig zijn.
ad 2. Een zeer moeilijke materie bleek even
eens de nadere precisering van het voorkeurs
recht van de pachter te zijn. Dit voorkeurs
recht geeft de pachter onder de huidige we'
de gelegenheid om, ingeval een overdracht
van land de goedkeuring van de grondkamer
behoeft, tegen de hoogst toelaatbare tegen
prestatie eigenaar van de grond te worden.
In de vaste commissie voor Landbouw, Vis
serij en Voedselvoorziening van de Tweede
Kamer is de wens naar voren gekomen de
regeling niet alleen formeel te herzien, maar
ook om materieel een betere regeling van het
voorkeursrecht in de wet op te nemen. De
wens vond haar grond in het feit, dat de
landbouw-economische waarde van de grond
niet steeds overeenstemt met de door de
grondkamer vastgestelde hoogst toelaatbare
prijs, waartegen de pachter de grond kan
overnemen. Indien de marktprijs van de
grond belangrijk beneden de hoogst toelaat
bare prijs ligt, zal een pachter óf verleid
worden tot een onrendabele aankoop voor de
maximumprijs óf het gevaar moeten lopen,
dat hij zijn voorkeursrecht niet kan uitoefe
nen en de eigenaar de grond aan een derde
tegen een prijs, die ligt onder de hoogst toe
laatbare, verkoopt. Beide gevolgen werden
door een deel der vaste commissie als onge
wenst beschouwd, daar zij in feite een uit
holling van het voorkeursrecht van de pach
ter zouden betekenen.
Naar aanleiding hiervan heeft de regering
nader voorgesteld het voorkeursrecht in die
zin uit te breiden, dat de pachter ook
eigenaar zou kunnen worden tegen de tussen
de eigenaar en een derde bedongen tegen
prestatie, indien namelijk deze bedongen
tegenprestatie lager is dan de door de grond
kamer vastgestelde hoogst toelaatbare tegen
prestatie. De pachter zou dus in de gelegen
heid gesteld worden de grond over te nemen
tegen de bij onderhandse verkoop door de
eigenaar bedongen koopprijs, ook indien deze
lager is dan de maximumprijs. Sommige
kamerleden hadden bij deze uitbreiding van
het voorkeursrecht tot de bij onderhandse
koop bedongen koopprijs geen halt willen
houden, doch ook een voorkeursrecht willen
scheppen ten aanzien van de uit een open
bare verkoping resulterende koopprijs. De
regering wees er echter op, dat ten aanzien
van een openbare verkoping aan een uitbrei
ding van het voorkeursrecht geen behoefte
bestaat, daar de pachter alsdan de gelegen
heid heeft om door het doen van het hoogste
bod, ook al ligt dit onder de maximumprijs,
eigenaar te worden.
Het nadere voorstel van de regering om het
voorkeursrecht ook te betrekken op de be
dongen koopprijs, heeft veel verzet opgeroe
pen. De Federatie van Landeigenaren heeft
in een adres aan de Tweede Kamer haar
ernstige bezwaren tegen de uitbreiding van
het voorkeursrecht uiteengezet. In dit
„tweede' voorkeursrecht, zoals men de uit
breiding niet geheel juist, maar wel duidelijk
noemt, ziet de Federatie een ernstige aan
tasting van de rechten van de verpachters.
Deze verpachters zullen zich door de invoe
ring van het tweede voorkeursrecht steeds
meer de mogelijkheid zien ontgaan hun grond
tegen een redelijke prijs van de hand te doen.
Men vreest, dat eventuele gegadigden weinig
genegen zullen zijn een bod te doen, indien
zij weten dat de pachter de grond altijd tegen
de geboden prijs kan overnemen. Bovendien
valt voor de pachter zelf iedere stimulans
weg om tegen andere gegadigden op te bie
den, daar hij rustig kan afwachten, welke
prijs de eigenaar van derden kan bedingen,
waarna hij, de pachter, de grond tegen deze
overeengekomen prijs kan overnemen. Ook
werd gevreesd, dat de voorgestelde regeling
zou leiden tot afspraken „onder de tafel"
tussen de pachter en een eventuele gega
digde, waardoor de pachter formeel op eigen
naam voor een lage prijs koopt, om dan later
weder te verkopen aan de werkelijke ge
gadigde.
De moeilijkheid bij het voorkeursrecht is, dat
dit recht niet een zodanige vorm moet gaan
aannemen, dat de uitoefening ervan verhin
dert, dat de eigenaar een redelijke prijs voor
zijn grond kan maken. Wij hebben hier ter
illustratie zeer in het kort de bezwaren van
de Federatie van Landeigenaren uiteengezet:
Tegen deze bezwaren zijn andere argumenten
aangevoerd, welke voornamelijk hun uit
gangspunt vonden in de bescherming van de
belangen van de pachter.
291