Financieel overzicht
Grotere emissiebeilrijvigheid
De hervatting van de emissiebedrijvigheid op
grote schaal, zowel van particuliere zijde in
in de risico dragende sector als van die van
de overheid in de risico mijdende sector van
de kapitaalmarkt, heeft een stempel gedrukt
op de ontwikkeling in de afgelopen maand.
Wat de eerste factor aangaat brengen wij in
herinnering de introductie van aandelen Van
der Grinten in het begin van de maand
oktober, gevolgd door de uitgifte van aan
delen door Zuid-Afrikaans Handelshuis,
Simon de Wit en de Verenigde Glasfabrie
ken, emissies waarop nog de aankondigingen
volgden van Heineken en Sikkens Lak
fabrieken.
In het kader van deze maandelijkse be
schouwing zijn, wegens de veel grotere
bedragen waar het om gaat en de unieke
positie van de overheid als geldnemer, de
nieuwe leningen van de Bank voor Neder-
landsche Gemeenten en van de Staat echter
van grotere betekenis. De Rentespaarbrief-
lening 1958, waarvan het emissieprospectus
op 23 oktober is verschenen, kan in zoverre
ook als een overheidslening worden be
schouwd, dat de genoemde instelling als
geldneemster een bemiddelende rol ten be
hoeve van de gemeenten vervult. Het is
echter toch geen rechtstreekse staatslening en
op deze grond wordt het gehalte daarvan iets
minder geacht, wat o.a. daaruit blijkt, dat het
rendement hoger ligt dan dat van een wat de
voorwaarden betreft vergelijkbare staats
lening. Zoals men weet is het bedrag van
de Rentespaarbrieflening 1958 bij het ver
schijnen van het prospectus op 50 miljoen
bepaald, waarbij de emitterende bank zich het
recht voorbehield het uit te geven bedrag te
verhogen. Intussen is het geplaatste bedrag,
doordat men alle inschrijvingen van de dag
van sluiting heeft geaccepteerd, opgelopen
tot 67 miljoen.
Ruime beleggingsmiddelen
Naar de beweegredenen, die aan de beper
king van het inschrijvingsbedrag ten grond
slag lagen, valt gemakkelijk te gissen. Het
snelle tempo van de inschrijvingen op de
rentespaarbrieven en dat nog wel in een
periode, waarin bij velen twijfel bestond
omtrent een voortzetting van de rentedaling,
mocht als een bewijs gelden voor een ruim
opnemingsvermogen van de kapitaalmarkt
voor dit soort papier. En ook al staat het vast,
dat de bijzondere belastingvoorstellen en
andere attracties die de rentespaarbrieven, in
samenhang met het oplopen van de rente en
het verzilveren daarvan op één enkel tijdstip,
voor de beleggers bieden de animo hebben
vergroot, zo kan de snelle voltekening toch
ook moeilijk anders worden opgevat dan als
een aanwijzing, dat er betrekkelijk ruime
middelen voor belegging in de risico
mijdende sector van de kapitaalmarkt braak
liggen. Hierin schuilt eveneens een element,
dat werkt in de richting van een verdere
rentedaling.
De nieuwe staatslening
De vroegtijdige aankondiging van een nieuwe
staatslening vormde een grote verrasing om
dat die geschiedde, voordat de inschrijving
op de nieuwe rentespaarbrieflening was
begonnen.
Men had in financiële kringen ook verwacht,
dat de centrale overheid eerst tegen het be
gin van het nieuwe jaar een beroep op de
kapitaalmarkt zou doen. Wij hebben er
vroeger reeds in samenhang met de nieuwe
begroting voor 1959 op gewezen, dat de
Staat voornemens was voor 800 miljoen aan
nieuwe middelen op de openbare kapitaal
markt aan te trekken.
Waarom nog dit jaar een nieuwe staats
lening is gelanceerd, is voor niet ingewijden
moeilijk met zekerheid vast te stellen. Het
264