De Amerikaanse import is tot dusverre dit jaar met 3 gedaald, doch de export is in veel sterkere mate teruggelopen en wel met ongeveer 20 Het is dit verloop van Amerika's buitenlandse handel, dat een zeer bijzonder licht werpt op de afvloeiing van goud. In strijd met logica Immers, het is in strijd met hetgeen men tot dusver als logisch heeft beschouwd. Volgens de algemeen geaccepteerde opvattingen zou een recessie in de Verenigde Staten de Ame rikaanse exporteurs aanzienlijk meer export- minded hebben moeten maken, terwijl de import terug had moeten lopen met een percentage, dat enige malen zo groot had moeten zijn als de daling in de binnenlandse bedrijvigheid. Op basis van deze hypothese berekende de Economische Commissie voor Europa destijds, dat de recessie in Amerika de rest van de wereld op een verlies aan goud en dollars zou komen te staan van 300 mil joen per jaar. De daling van de Amerikaanse export kan inderdaad tot op zekere hoogte worden toe geschreven aan de stagnatie en de daling in de Europese economische bedrijvigheid, die reeds voor de Amerikaanse recessie begon, een aanvang had genomen. Maar het feit dat de Amerikaanse inmport slechts met een gering percentage is afgenomen, kan niet op zulk een gemakkelijke wijze worden ver klaard. Vandaar dat het nodig zal zijn alle theorieën dienaangaande grondig te herzien. Twee redenen Men heeft twee redenen aangevoerd voor deze onverwachte gebeurtenissen. De eerste is het gedrag van de gevoelige grondstoffen. Het verbruik van deze grondstoffen daalt scherp wanneer de industriële produktie op een laag peil is; doch de producenten met lage kosten, die ook bij lage prijzen blijven produceren, bevinden zich doorgaans in het buitenland, terwijl een groot deel van de binnenlandse capaciteit met hoge kosten werkt en alleen gebruikt wordt wanneer er een goede vraag is. Vandaar dat de recessie in hoofdzaak valt op de binnenlandse produ cent. Koper en petroleum zijn voorbeelden van grondstoffen, die zich op zulk een wijze hebben gedragen. De vraag rijst: is er reden om de ontwikke ling van de dollardekking met bezorgdheid gade te slaan? Voorlopig zeer zeker niet. De goudvoorraad ad ongeveer 21.000 miljoen verschaft een dekking van 45 °/o voor de valuta, bij een wettelijk vereiste dekking van 25 Ook als het goudverlies in het huidige tempo blijft voortduren, zouden er nog vijf jaren nodig zijn alvorens er werkelijk gevaar voor de dekking zou ontstaan. Bovendien is er geen reden waarom men de minimum dek king niet zou kunnen verlagen. Vertrouwensfactoren Indien er evenwel in de komende jaren een gevaar voor de dollar zou ontstaan, dan zou dit veeleer zijn oorsprong hebben in de uit werking, die vertrouwensfactoren zullen hebben op de kapitaalbeweging dan in de werkelijke ontwikkeling van de buitenlandse handel. Deze vertrouwensfactoren staan natuurlijk in direct verband met het inflatie gevaar. Ofschoon er geen aanwijzing is dat de inflatie in de Verenigde Staten zich in een sneller tempo ontwikkelt dan die in andere landen, begint men toch in Amerika reeds waarschuwende stemmen te horen dat als men zo voortgaat de Amerkaanse prijzen te hoog zullen komen te liggen voor de buiten landse markten. President Eisenhower's voorstel tot verhoging van de quota van het Internationale Mone taire Fonds is een duidelijk teken dat de Amerikaanse regering sterk gekant is tegen een verhoging van de goudprijs. Maar Eisenhower's vastbeslotenheid behoeft nog niet voldoende te zijn om invloed uit te oefenen op particuliere investeringen. De laatste zes maanden hebben Amerikaanse in gezetenen in het buitenland tienmaal zoveel goud gekocht als vorig jaar, voornamelijk in Zürich. Conclusie De volgende conclusie lijkt gerechtvaardigd: de jongste ontwikkeling geeft zeer zeker geen aanleiding om het vertrouwen in 's werelds voornaamste valuta te ondermijnen. Doch de ervaringen in West-Europa na de oorlog hebben geleerd dat een kapitaalvlucht maar weinig tijd nodig heeft om een enorme om vang aan te nemen. De Amerikaanse regering kan zich waarlijk niet langer aan de leuze „hier kan het niet gebeuren" vastklampen. (The Observer, Londen) 249

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 25