200 miljoen, waarmede het tekort van 1958
moet worden verhoogd, wordt in de mil
joenennota niet gerept. Ook al zou dit bedrag
in de vorm van vlottende schuld kunnen
worden gefinancierd, dan nog zou dit ver-
mogensbeslag een factor vormen, die de
rentedaling belemmert. Hetzelfde is natuur
lijk in versterkte mate het geval met de in
het vooruitzicht gestelde emissie-activiteit
van het Rijk.
De rentestand
Het is moeilijk te voorspellen, hoe de rente
voet zich in het lopende jaar zal ontwikkelen.
Een aanhoudende deviezenaanwas zou uiter
aard de krachten, die tot verdere daling van
de rentevoet tenderen, versterken. Anderzijds
zou een belangrijke emissie-activiteit van de
zijde van het particuliere bedrijfsleven weer
een tendentie tot rentestijging in het leven
roepen. Onnodig te zeggen, dat het conjunc
tuurverloop bij een en ander een belangrijke
rol zal spelen. En wat de financiële behoef
ten van de lagere overheid aangaat, hierop
kan de Staat grote invloed uitoefenen, zolang
die emissie-activiteit bij de Bank voor Neder-
landsche Gemeenten geconcentreerd blijft.
Men heeft dus met een samenstel van tegen
gestelde factoren te doen, welke een beoor
deling van het toekomstige renteverloop
bemoeilijken. Deze situatie weerspiegelt zich
ook in de koersbeweging op de staats-
fondsenmarkt. Zette aanvankelijk de mil
joenennota een domper op de stemming, later
in de maand scheen de staatsfondsenmarkt
weer aan weerstand te winnen, zodat per
saldo slechts kleine koersverschillen in beide
richtingen ten opzichte van de voorafgaande
maand kunnen worden vastgesteld.
Aflossing op I.M.F.-krediet
De aflossing van meer dan de helft van de
schuld, welke Nederland nog aan het Inter
nationale Monetaire Fonds (I.M.F.) had.
heeft ongetwijfeld internationaal een goede
indruk gemaakt en nog eens de aandacht ge
vestigd op de belangrijke verbetering, die
sedert verleden jaar in de monetaire positie
van ons land heeft plaats gevonden. Er is
thans een bedrag van 333A miljoen aan het
I.M.F. overgemaakt.
In september 1957 werd zoals men zich wel
licht zal herinneren een krediet verkregen
van 683/4 miljoen. Daarop is in januari
1958 5 miljoen in mindering gebracht
wegens aankoop van guldens door Joego
slavië. Na de jongste aflossing resteerde
derhalve een schuld van slechts 30 miljoen.
De Nederlandse regering zal laatstgenoemd
bedrag eveneens op korte termijn aflossen en
wel zodra met het I.M.F. overeenstemming
zal zijn bereikt omtrent het gedeelte daarvan,
dat in goud zal moeten worden overgemaakt.
Het Rijk had de middelen voor de algehele
aflossing reeds geruime tijd geleden gereser
veerd. De deviezen, hiervoor benodigd, wer
den namelijk verworven ter gelegenheid van
de aandelenemissie der Koninklijke Petro
leum, welke gepaard is gegaan met een aan
zienlijke toevloeiing van harde valuta naar
ons land. Dit heeft thans tot gevolg, dat noch
de inmiddels reeds plaats gevonden aflossing,
noch die van het resterende gedeelte van het
krediet ten koste van het normale tegoed van
de schatkist bij de Nederlandsche Bank
geschiedt.
Een tweede gevolg is, dat de netto deviezen-
positie van de Nederlandsche Bank door die
terugbetaling niet wordt beïnvloed. Deze af
lossingsoperaties voltrokken zich als het ware
buiten de officiële deviezenpositie om.
Aanhoudende deviezenaanwas
Zo valt het dus te verstaan, dat de deviezen
aanwas gedurende de afgelopen maand
eerder nog in versterkte mate voortgang
heeft gevonden. Bedroeg de goud- en
deviezenvooraad einde 1957 3932 miljoen,
einde september 1958 beschikte de Neder
landsche Bank over een totaal aan deviezen
reserves van rond vijf miljard gulden
Daarbij kan men dan nog in aanmerking
nemen, dat in eerstgenoemd bedrag zowel
begrepen was het totale krediet van het I.M.F.
als de tegenwaarde van de 200 (netto na
aftrek van disconto-rente 190) miljoen, die
voor maximaal een jaar van de Deutsche
Bank waren verkregen. Daardoor werd toen
maals derhalve de deviezenpositie geflat
teerd. Inmiddels is niet alleen buiten de
gepubliceerde deviezenreserve om volledig
gereserveerd voor de aflossing op het I.M.F.-
krediet, maar bovendien door de Neder
landsche Bank reeds de helft van het krediet
van de Deutsche Bank terugbetaald.
Niet alleen de kwantiteit, maar ook de
kwaliteit van de Nederlandse deviezen
reserves heeft zich gunstig ontwikkeld, zoals
240