als gevolg van de gespannen verhoudingen op de geld- en kapitaalmarkt, die de twee jaren, dat de heer Schreuder directeur van de Centrale Bank is geweest, hebben geken merkt. De heer Schreuder heeft zich grote inspanning getroost, zijn systematische en grondige arbeid heeft voor onze organisatie blijvende waarde. Dankend voor de door de heer Schreuder ge sproken woorden, die, zoals de heer Keyser het uitdrukte „ons werkelijk iets hebben ge daan", verklaarde deze de samenwerking in de Centrale Bank gaarne op dezelfde wijze te willen zien als de heer Schreuder deze heeft getekend. Ten besluite van dit korte doch hartelijke samenzijn werd door de heer Schreuder met een handdruk van ieder der aanwezige per soneelsleden afscheid genomen. Hoewel zeer erkentelijk voor het aangeboden geschenk, verklaarde de heer Scheurder dit toch niet nodig te hebben om aan de Centrale Bank te worden herinnerd, daar zijn verblijf aldaar een onuitwisbare indruk heeft nage laten, terwijl uit het contact met zijn mede werkers stellig vrienden zijn overgebleven. Ten slotte wenste de heer Schreuder zijn collega's-directeuren en alle leden van het personeel veel goeds toe. Het slotwoord werd gesproken door de heer Keyser, die het betreurde dat de heer Schreuder de Centrale Bank ging verlaten, maar die er toch van overtuigd was dat een benoeming als die, welke de heer Schreuder had ontvangen en die hem plaatst op een be langrijke post in het economisch bestel van Nederland, door hem niet uit de weg kon worden gegaan. De heer Keyser wees nog op de moeilijkheden 205

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 7