komt in de boeken van bank A voor als:
Bank B (loro).
Daar er nu dus twee rekeningen ,,Bank B" in
de boeken van bank A voorkomen, is de
onderscheiding in „nostro" en „loro" nood
zakelijk geworden om misverstand bij de
boekingen op deze rekeningen te voorkomen.
Een opdracht van bank A uitgaande zal altijd
op de „nostro"-rekening moeten worden ge
boekt; een opdracht door bank B gegeven,
altijd op de „loro"-rekening.
Op dezelfde wijze komen in het boven
omschreven geval ook in de boeken van
bank B een „nostro"- en een ,,loro"-rekening
voor, genaamd: Bank A (nostro) en bank A
(loro), waarvan de eerste weer de tegen-
rekening van de door bank B bij bank A aan
gehouden rekening is. De administratie van
de nostro-rekeningen in de boeken van een
bank wijkt op enkele punten af van die der
loro-rekeningen. In de eerste plaats zullen
nostro-rekeningen, die onderhouden worden
bij banken in het buitenland, niet in guldens
luiden, doch in de valuta van het land waar
de bank, bij welke zal worden onderhouden,
is gevestigd.
Belangrijker acht de hierboven genoemde
Stichting een tweede verschil, dat zich voor
doet bij alle nostro-rekeningen en dat een
onmiddellijk gevolg is van haar karakter als
zodanig, te weten, dat zij worden gevoerd
door de andere partij, b.v. de buitenlandse
bankier, zodat debiteringen en crediteringen
van de nostro-rekening slechts voorlopig zijn
en de bevestiging van de buitenlandse ban
kier behoeven om definitief te zijn.
Aanvulling Raiffeisen-Bocle augustus
Naar aanleiding van ons artikel over het ge
bruik van postcheques in de Raiffeisen-Bode
van augustus j.1. waren wij zeer verheugd
van de directeur van de Postcheque- en
Girodienst een schrijven te ontvangen, waarin
deze een aanvulling geeft op de „Voor
schriften" voor rekeninghouders bij deze
dienst.
De inhoud van genoemd schrijven luidt als
volgt:
„De wettelijke termijn van 2 jaren, waarna
„de verplichting tot uitbetaling van cheques
„vervalt, is geen verjaringstermijn, maar een
„vervaltermijn.
„Dit betekent, dat de vordering van de
„rechthebbende op het bedrag van de cheque
„niet is teniet gegaan, maar dat verrekening
„alleen kan plaats vinden, indien vaststaat,
„dat de cheque niet is uitbetaald. Door de
„Postcheque- en Girodienst kan, nadat de be
scheiden zijn vernietigd, niet meer worden
„nagegaan met wie het bedrag is verrekend.
„Uit de administratie van deze dienst kan
„daarna evenwel nog wel blijken of de
„cheque op een dienstrekening is gereser
veerd. In het laatste geval verkrijgt de
„rechthebbende op zijn verzoek alsnog uitbe
taling of kan de rekeninghouder terug
boeking op zijn rekening verkrijgen.
„Van cheques, welke niet binnen de termijn
„van aanbieding werden uitbetaald, wordt
„enkele maanden daarna opgave verstrekt
„aan de trekker met verzoek te berichten of
„tot terugboeking op zijn postrekening moet
„worden overgegaan."
220