Wenken voor kassiers Op de voor de Nederlandsche Bank be stemde balans, in gebruik bij onze aange sloten banken, komt aan de zijde van de activa voor het hoofd „Tegoeden bij banken (nostro) binnen een maand opvraagbaar"(lc). Ofschoon verreweg de meeste b anken dit soort vorderingen niet hebben, vraagt men wel eens wat de toevoeging „nostro" eigen lijk betekent. Bij het geven van een toelichting over dit onderwerp zal goed in het oog moeten wor den gehouden, dat er bij een rekening- courantovereenkomst altijd twee partijen zijn. Duidelijkheidshalve beginnen wij uit te gaan van de verhouding cliënt tegenover bank. Van een cliënt, welke een rekening bij een bank heeft zegt men, dat de cliënt een reke ning bij de bank onderhoudt. Van de bank zegt men, dat deze de rekening voert. De bank is daarbij passief en voert uit wat de cliënt wenst en administreert op de rekening de daaruit voortvloeiende mutaties. Een zo danige rekening nu is voor de cliënt een „nostro"-rekening (d.w.z. „onze" rekening) en voor de bank een „loro"-rekening, ook wel genaamd „vostro"-rekening (d.w.z. „hun" of „uw" rekening). De Stichting tot bevordering van de studie van het bank- en effectenbedrijf legt de klemtoon op het feit, dat de cliënt naar zijn believen bedragen bij de bank stort of laat storten, resp. overschrijven en ook weer naar zijn believen bedragen ten laste van zijn rekening bij de bank opneemt of door haar tegen een cheque doet uitbetalen of op reke ning van anderen laat overschrijven, uiter aard voor zover zijn saldo of het hem toege stane krediet in rekening-courant dit toelaat. De rekening is dus een „nostro"-rekening voor de partij, die beslist welke bijschrijvin gen en afboekingen er ten gunste en ten laste van de rekening zullen geschieden. Zij is een „loro"-rekening voor de andere partij. Op dezelfde wijze nu als de cliënten een rekening bij de bank onderhouden, kunnen ook banken rekeningen bij andere banken onderhouden. Zo onderhouden provinciale bankiers vaste rekeningen bij banken te Amsterdam. Ander zijds onderhoudt soms een bank te Amster dam voor speciale doeleinden een rekening in de provincie en onderhouden de Amster damse banken rekening bij de Nederlandsche Bank en de Kas-Associatie aldaar. Verder onderhouden inNederland gevestigde banken rekeningen bij verschillende buiten landse banken. Al deze rekeningen zijn voor de banken, die deze rekeningen onderhouden, „nostro"- rekeningen. Immers de bank die de rekening onderhoudt is de partij, die beslist welke bij schrijvingen en afboekingen er ten gunste en laste van de rekening zullen geschieden. De bank, bij wie de rekening wordt onder houden de bank dus, die de rekening voert is de passieve partij. Zij administreert eenvoudig de mutaties; voor haar is de reke ning dus een „loro"-rekening en zij zal deze administreren op dezelfde wijze als zij de „loro"-rekeningen van haar cliënten admi nistreert. Het verschil tussen de benaming „nostro"- en ,,loro"-rekening duidt dus in de hierbovenge- noemde gevallen niet op twee verschillende rekeningen, maar op een verschil in naam door respectievelijk de „houder" en de „voer der" aan dezelfde rekening gegeven. Van grotere betekenis is de onderscheiding in „nostro"- en „loro"-rekening in het geval waarin twee banken een rekening bij elkaar onderhouden. Ja, eigenlijk zou men kunnen zeggen, dat de onderscheiding in dat geval pas werkelijk praktische betekenis krijgt. Wat is namelijk het geval? Als bank A een rekening onderhoudt bij bank B, is bank B de „voerder" van de reke ning. Bank A zal echter, om op elk moment op de hoogte te zijn van de stand van deze rekening, in haar eigen boeken een tegen- rekening bijhouden. Zij zal deze tegenreke- ning in haar boeken noemen: Bank B (nostro). Tegelijkertijd onderhoudt zoals gezegd bank B bij bank A een rekening, waarvan bank A dus de „voerder" is. Deze rekening 219

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 21