peil in de verschillende landen ten gevolge
van het feit, dat, indien het de moeite loont,
liquiditeiten in het buitenland worden uit
gezet met het oogmerk aldus rentewinst te
behalen. Bij een groot renteverschil met een
toonaangevend land zoals de Verenigde Sta
ten, zal het ten slotte bij handhaving van
een vrije kapitaalbeweging met het buiten
land niet kunnen uitblijven, dat er een
nieuwe zuiging op de betalingsbalans ont
staat en de deviezenaanwas ophoudt. Het
enige middel om dat tegen te gaan is ook
de eigen rentetarieven te verhogen. En denkt
men in dit verband nog even aan de hier-
voren geschetste nationale geldbehoeften,
dan ziet men, dat de mogelijkheid bestaat,
dat de aangegeven factoren tezamen de
rentedaling tot staan brengen en wellicht
zelfs een nieuwe rentestijging in het leven
roepen.
Ledige schatkist
Bij dit alles komt dan nog, dat de schatkist
juist in de afgelopen weken weer eens een
zekere mate van bloedarmoede aan het licht
heeft gebracht. Einde juli was de bodem
van de schatkist reeds geheel zichtbaar ge
worden, zodat toen leentjebuur bij de Ne-
derlandsche Bank moest worden gespeeld
in de vorm van een renteloos krediet van
75 miljoen. Weliswaar werd dit vervol
gens weer afgelost, maar vetpot is het toch
allerminst voor het Rijk geworden en aan
het einde van augustus was het tegoed van
het Rijk toch weer beneden 100 miljoen
gedaald. Het is dan ook niet te veel gezegd,
wanneer uit een en ander de conlusie wordt
getrokken, dat de Nederlandse Staat in
toenemende mate gedwongen is geweest van
de hand in de tand te leven, als consequen
tie van het streven zich van de kapitaal
markt afzijdig te houden. De vraag dringt
zich echter zoals reeds opgemerkt op,
hoelang in deze gedragslijn, gezien vooral het
gestegen begrotingstekort, zal kunnen wor
den volhard.
De koersbeweging
Vanzelfsprekend heeft de beleggingsmarkt
zich niet aan de geschetste invloeden kunnen
onttrekken. Desondanks geeft onze maan-
delijke koerstabel toch nog wat meer stij
gingen dan dalingen te zien, waarbij in een
paar gevallen, met name voor de 33A °/o
Nederland 1953 en de 3 Grootboek
lening 1946, zelfs aanzienlijke koerswin
sten kunnen worden vastgesteld. In het
laatste geval bedraagt het avans zelfs on
geveer 3 punten, meer dan in het tevoren
verstreken gedeelte van het jaar bij deze
lening was voorgekomen. Datzelfde geldt
in verzwakte mate voor eerstgenoemde
lening. Kennelijk heeft men hierbij met een
technische correctie van in koers achterge
bleven leningen te doen gehad. Ook fractio-
nele koersdalingen hebben zich echter bij
verschillende staatsleningen voorgedaan,
terwijl de koersen van weer andere in het
geheel niet veranderden. In het licht van de
hierboven beschreven factoren laat zich ech
ter ten volle verklaren, dat de staatsfondsen-
markt in het laatste gedeelte van de maand
algemeen zwak gestemd is geweest.
Ten slotte moge nog even worden stilgestaan
bij de laatste 43A emissie van de Bank
voor Nederlandsche Gemeenten, die tegen
99V2 °/o is uitgegeven.
Aan het einde van de maand gold hiervoor
een koers van 100% °/o, zodat het agio be
scheiden is gebleven. Ook hierin trad de
heersende onzekerheid aan de dag. Ware
het anders, dan zou waarschijnlijk wel reeds
een volgende lening door laatstgenoemde
instelling op stapel zijn gezet.
217