Het boteroverschot De ministers hebben zich ook nog bezigge houden met het boteroverschot. De aanbe veling luidt: maak de boter goedkoper! Men gaf verder in overweging om meer propaganda te maken voor het gebruik van zuivelproduk- ten. De subsidie op de uitvoer van boter dient te worden verminderd, de beperkingen op de invoer van boter moeten worden opgeheven, in ieder geval gematigd. Deze aanbevelingen zijn van belang en kun nen een gunstige uitwerking hebben. Verder zal het feit, dat de Russen dezer dagen 20.000 kg boter in Denemarken en Finland hebben gekocht, er toe bijdragen dat de boterpositie gezonder wordt. De verlaging van de boter- prijs in ons land heeft reeds een aanzienlijk groter verbruik bewerkstelligd. Het orgaan van de F.N.Z. (28 juli) wijst erop, dat zowel in Engeland als in Denemarken belangrijke groe pen verbruikers, die men reeds voor de boter markt verloren waande, opnieuw boterkopers zijn geworden. De voorraden lopen daardoor niet zo hoog op als aanvankelijk werd ge vreesd. Bij een boterprijs, die het dubbele be draagt van de margarineprijs, blijkt er een goede belangstelling voor boter te bestaan. Jammer is, dat die prijs niet voldoende is om de melkproducent aan zijn trekken te laten komen. Vlas De Nederlandse vlasteelt en de vlasindustrie, die bedreigd worden door de uitvoer tegen lage prijzen van Russische produkten en door beschermende maatregelen in Frankrijk, krij gen steun van de overheid in de vorm van een toeslag van 160,— per ha aan de Nederlandse vlassers, die daardoor in staat zijn Nederlands vlas van de oogst 1958 in hun bedrijven te ver werken. Er heerst enige onzekerheid omtrent de vraag hoe en in welke mate de telers van deze maatregel zullen profiteren. Verder menen de vlassers (volgens de Volkskrant), dat de steun te laag is. Het laat zich aanzien, dat de vlasproblemen niet als opgelost kunnen worden beschouwd, al zal de maatregel niet zonder gunstige invloed zijn op de werkge legenheid in de vlasindustrie. Beneluxarbitrage In Nederlandse tuinbouwkringen is men al vele jaren weinig ingenomen met de wijze waarop van Belgische zijde in Beneluxverband het stelsel van de minimumimportprijzen voor tuinbouwprodukten wordt gehanteerd. Men meent dat de Belgische minimumprijzen te hoog liggen en dat daardoor te vroeg en te vaak de Nederlands-Belgische grens voor onze tuinbouwartikelen gesloten wordt. Een reeds lang bestaande, maar nog nimmer gebruikte arbitragemogelijkheid, is thans voor tomaten toegepast. Over het resultaat van de arbitrage is het weekblad Groenten en Fruit (31 juli) zeer teleurgesteld. De arbiters hebben zich niet bevoegd verklaard om over de objec tieve juistheid van de door België gebruikte minimumprijzen te beslissen. Zij mochten al leen maar beoordelen of België de toegepaste minimumprijzen in redelijkheid had kunnen vaststellen. Bij de arbiters bestond (volgens de uitspraak) ernstige twijfel of de door België genoemde kostprijzen voor tomaten (2,88) wel juist waren. Zich afvragende echter of België van haar kant in redelijkheid heeft kunnen komen tot de vaststelling van deze minimum prijs, delen de arbiters mede, dat ze niet tot de conclusie kunnen komen dat dit niet het geval is. Conclusie van Groenten en Fruit: Het is thans duidelijk komen vast te staan, dat arbitrage als verdediging tegen de vaststelling van te hoge Belgische minimumprijzen volkomen waarde loos is. Gehoopt wordt, dat de leden van de Tweede en Eerste Kamer, wanneer zij binnen kort het nieuwe Benelux-Unieverdrag zullen behandelen, zich zullen realiseren, dat zij bij aanvaarding van dit verdrag in ongewijzigde vorm, onze tuinbouwexport naar België in een buitengewoon zwakke positie plaatsen. In adressen aan de Tweede Kamer hebben zo wel het Landbouwschap als het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen er o.a. nog eens op gewezen dat, wanneer ook binnen de Euromarkt de minimumprijzen op de kost prijs zullen worden gebaseerd, de gevolgen identiek zullen zijn aan die binnen de Benelux. De bestaanszekerheid van onze tuinbouwers zal zeer ernstig in gevaar worden gebracht. Om tot slot nog eens op de uitspraak van de tomatenprijsarbiters terug te komen: voor ons heeft deze beslissing geen direct resultaat op geleverd, maar wel de voldoening dat de ar biters ernstige twijfel aan de juistheid van de Belgische prijzen hebben uitgesproken. Dat is niet zonder betekenis. Het houdt toch weinig minder in dan een terechtwijzing aan het adres van België. Men mag verwachten dat deze niet zonder resultaat zal zijn. 184

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 6