Zw.kr. 5,60 per liter. Deze prijsverlagingen
zijn door het merendeel van de particuliere
winkels doorgevoerd en dit betekent voor de
huisvrouw voor een twintigtal artikelen een
besparing van 20 tot 25
(Doe. Bulletin - Ned. Verbruikscoöp.)
Verenigde Staten intensivering van de
landbouw
ens het Amerikaanse ministerie van Land
bouw is de agrarische produktie sinds 1939
met 40 gestegen. Dit resultaat wordt toege
schreven aan de wetenschappelijke benade
ring van de problemen, die met de landbouw
samenhangen.
Als voorbeeld wordt genoemd de maisoogst,
die met een 17 kleiner areaal ten opzichte
van 1939 een opbrengststijging met 32 te
zien heeft gegeven. Een dergelijk verschijnsel
treft men ook aan bij tarwe, waarvan de pro
duktie met 27 is toegenomen van een areaal,
dat 21 kleiner is.
Ook katoen geeft een belangrijk hogere op
brengst per ha; bij een inkrimping van het
areaal met 45 is de totale produktie met
slechts 5 gedaald.
Dat deze intensieve cultuur belangrijke ge
volgen heeft voor de gehele Amerikaanse
economie moge ook blijken uit het aantal in
de landbouw werkzame personen. Vóór de
oorlog waren er 13,5 miljoen arbeiders nodig,
tijdens de oorlog was dit getal gedaald tot
10,5 miljoen, terwijl thans slechts ca 7,5 mil
joen arbeidskrachten in de landbouw werk
zaam zijn.
(Doe. Bulletin - Ned. Verbruikscoöp.)
West-Duitsland West-Duitsland bevreesd
voor landbouwoverschotten E.E.G.
Staatssecretaris Sonnemann van het West-
duitse ministerie van Landbouw heeft er in
een artikel in de „Generalanzeiger" te Bonn
nog eens op gewezen, dat in een vrijhandels
zone Engeland evenveel agrarische produkten
van Nederland en Scandinavië zal moeten ko
pen als tot dusver. Er moet z.i. een oplos
sing worden gevonden, dat Engeland verder
afnemer blijft van zijn traditionele leveran
ciers.
Het standpunt van Sonnemann is aldus: In de
afgelopen tien jaar van wederopbouw heeft
de Westduitse landbouw na grote inspannin
gen 120 procent van de produktie van voor de
oorlog bereikt. Deze produktieverhoging is
uiteraard toe te juichen, zij levert echter te
vens ernstige vraagstukken op sedert West-
Duitsland deel uitmaakt van de Europese Ge
meenschappelijke Markt. Ook de andere lan
den, die eraan deelnemen, hebben namelijk
hun landbouwproduktie aanzienlijk verhoogd.
Daar in de Europese Gemeenschappelijke
Markt de partners een prioriteitsrecht onder
elkaar hebben, zullen de zes landen hun land
bouwproduktie, respectievelijk hun behoeften
aan landbouwprodukten moeten optellen.
Produkten uit landen buiten de Gemeenschap
zullen pas worden betrokken als de gemeen
schappelijke balans nog leemten vertoont. De
moeilijkheid nu is, dat de landbouwproduktie
van de zes landen in velerlei opzicht groter
is dan de eigen behoefte. Een verlichting van
de situatie is pas mogelijk, als spoedig na het
van kracht worden van de Europese Gemeen
schappelijke Markt de vrijhandelszone tot
stand komt. Als deze in haar eerste fase uit
de landen van de Europese Economische Ge
meenschap (E.E.G.), Scandinavië en Enge
land zou bestaan, zou er een verder land-
bouwinvoergebied bij zijn gekomen. De be
hoefte van Engeland is namelijk zo groot, dat
het een belangrijk deel van de overschotten
van de E.E.G.-landen kan opnemen. In de
inlijving van de Engelse markt voor land
bouwprodukten ligt het eigenlijke probleem
van de vrijhandelszone.
Een vrijhandelszone is voor de Westduitse
landbouw onaannemelijk als de stroom van
agrarische produkten, die tot dusver vooral
van Nederland en Scandinavië naar Engeland
is gegaan, niet ook voortaan door dit land
kan worden opgenomen. Niettegenstaande de
bijzonder nauwe relaties van Engeland met
de landen van het Gemenebest, komt veertig
procent van de Engelse boterinvoer uit ge
noemde Europese landen. Bij eieren is het
meer dan de helft, bij bacon zeventig procent.
In elk geval, aldus Sonnemann, zou het voor
de Westduitse landbouw ondraaglijk zijn als
deze goederen in plaats van naar Engeland
voortaan op de markt van de E.E.G.-landen
kwamen, of nog erger, direct naar de grote
Duitse markt werden gezonden. Daarom
moet een regeling worden gevonden, dat En
geland ook in de vrijhandelszone verder de
gebruikelijke hoeveelheden uit Nederland en
Scandinavië betrekt.
(Hoofdproduktschap voor
Akkerbouwprodukten)
197