men, produktieplannen, garantieprijzen en hulp aan de landbouw in de overzeese ge bieden). De Italiaanse minister zeide, dat het er voor zijn land in de eerste plaats op aan komt voldoende geldmiddelen te verkrijgen voor de rationalisatie van de landbouw. Verder moet het probleem van het arbeids- overschot op het platteland worden opgelost. In Duitsland is men van oordeel, dat de landbouw in alle sterk geïndustrialiseerde landen aan structurele zwakheden lijdt (ver snippering), er is gebrek aan aanpassing van de produkiic aan de wisselingen van de vraag. Men moet verder niet alleen rekening houden met de belangen van de E.E.G., maar ook met die van andere landen en zich houden aan de beginselen van gezonde con currentie, zowel tussen de landen van de ge meenschap onderling als in hun betrekkingen met de rest van de wereld. Deze Duitse verklaring verdient zeer de aan dacht. Blijkbaar hebben de grote belangen, die de Duitse industrie heeft in haar export naar landen buiten de gemeenschap, hier in vloed gehad. Het wordt duidelijk, dat in Duitsland sterke krachten zich verzetten te gen een politiek van zelfvoorziening binnen de E.E.G. Men wil handelen met de hele wereld en dan moet men ook uit andere landen importeren. Men kan hier denken aan de grote activiteit, die de Duitsers in Zuid- Amerika ontplooien. In dit werelddeel vreest men, dat de agrarische export (vlees, voeder- granen) naar Europa minder gemakkelijk zal worden als binnen de E.E.G. de produktie sterk wordt verhoogd. De Duitse industrie is zeer gevoelig voor de kritische geluiden uit Zuid-Amerika en heeft blijkbaar voor haar vrees bij de regering gehoor gevonden. De Duitse boer zal zijn produktie wel mogen op voeren, maar hij moet rationaliseren en op den duur voor lagere prijzen leveren. Een sterke uitbreiding van de importen uit E-E.G.-landen is echter zonder meer niet de bedoeling van de Duitsers. Men zal ook de concurrentie met leveranciers van buiten de gemeenschap moeten aanvaarden. Produktiebeperking De donkere wolken, die zich enige maanden geleden boven de zuivel hebben uitgespreid, zijn wel iets opgeklaard, maar lang niet vol doende om een flinke straal zonneschijn door te laten. De afzet gaat wat vlotter, maar de prijzen zijn slechts weinig gestegen. We zit ten met een grote voorraad koelhuisboter en moeten maar afwachten wanneer en tegen welke prijzen dit produkt aan de man ge bracht kan worden. De melkproduktie is door de gunstige weers omstandigheden zeer groot en de producenten moeten er erkening mee houden, dat de prijs garantie van 28,90 cent, die beperkt blijft tot het volume van 5,18 miljard kg, dat in 1956/57 geproduceerd is, uitgesmeerd zal moeten worden over een grotere hoeveelheid. Dat de beperking van de garantie voorshands niet. tot gevolg heeft gehad, dat er minder melk geproduceerd wordt, zal niemand ver wonderen. De minister blijft bij zijn mening, dat een beperking van de produktie van melk moet worden nagestreefd. In dit verband is het van belang melding te maken van het antwoord, dat minister Vondeling heeft ge geven op de vragen van het lid der Tweede Kamer, de heer van Koeverden, die de vraag heeft gesteld, of bij het huidige prijsniveau van boter, kaas en condens de export van deze produkten, nationaal-economisch ge zien, op het ogenblik verantwoord kan wor den genoemd. De minister zegt in zijn antwoord, dat de uitvoer van de genoemde zuivelprodukten nationaal-economisch verantwoord moet wor den geacht zolang elke andere bestemming tot een lagere opbrengst van de veehouderij- produktie in zijn geheel zou leiden,zonder dat hiertegenover ten minste even grote voordelen staan voor andere takken van produktie of andere groepen van de samenleving. Dit be tekent niet, dat de thans aanwezige omstan digheden ten aanzien van de produktie nationaal-economisch verantwoord zijn. Waarschijnlijk is, aldus de minister, dat althans een deel van de in de veehouderij aangewende produktiefactoren elders in onze volkshuishouding een grotere bijdrage zou kunnen vinden. De aanwending ervan in de veehouderij is, op korte termijn gezien, ver antwoord voor zover de voorwaarden van aanwending in andere takken van voort brenging nog niet verwezenlijkt is. Op langere termijn gezien acht de minister de toestand niet verantwoord. Beperking van de produktie moet worden nagestreefd; in welke mate verschuivingen in de aanwending van de produktiefactoren moeten plaats vinden, 157

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 7