In het kort Nederland toenemende mechanisatie in de Nederlandse landbouw Volgens mededeling van het Centraal Bu reau voor de Statistiek is het aantal trac toren, dat bij de Nederlandse landbouw in gebruik is, sedert mei 1955 wederom aan zienlijk toegenomen en wel met ca. 15.000. Het totale aantal landbouwtractoren be droeg volgens de definitieve uitkomsten van de meitelling 1957 rond 60.000 stuks, tegen 45.000 in mei 1955 en 24.000 in december 1950. Dit betekent derhalve een toeneming van resp. 33 en 150 °/o. Het aantal eigen tractoren van particuliere land- en tuinbouwbedrijven nam, vergele ken met 1955, het sterkst toe in de provin cies Limburg 63 Noord-Brabant 46 en Gelderland 45 Er valt voorts een duidelijke verschuiving waar te nemen van petroleum- naar diesel tractoren. De plaats van de benzinetracto ren in het geheel blijft vrijwel stationair. Zowel voor benzine- als voor dieseltracto ren blijkt algemeen een streven naar lich tere trekkers te bestaan. Toeneming van de zwaardere trekkers komt met name bij de coöperaties voor. (Economische Voorlichting) Denemarken nieuwe Deense centrale voor de agrarische uitvoer Zeer binnenkort zal een nieuwe organisatie in werking treden voor de bevordering van de Deense landbouwexport. Deze toporga- nisatie zal door de autoriteiten belast wor den met de afgifte van exportvergunningen, zodat iedere exporteur aangesloten moet zijn wil hij zijn bedrijf blijven uitoefenen. Deze organisatie zal zowel toezicht houden op de landbouwprodukten, die als zodanig worden uitgevoerd als op de produkten van de agrarische industrieën zoals bacon, vlees waren, boter, kaas, gecondenseerde melk, melkpoeder, caseïne en alle soorten levens middelen. In principe bestond een dergelijke organi satie reeds doordat de verschillende onder delen van de agrarische activiteit reeds exportbureaux voor hun eigen sectoren hebben. De nieuwe regeling betekent echter een aaneensluiting en een nauwkeuriger toezicht op prijzen en betalingsvoorwaar den. Voor de kaasindustrie en de kaasexporteurs brengt de nieuwe regeling de verplichting met zich mee om zich in één lichaam te ver enigen en de prijsvoorschriften te volgen. Voor de export van boter en vlees bestaan soortgelijke bureaux reeds, maar voor de kaasuitvoer was de verplichte aansluiting nog steeds niet ingevoerd. Zolang het goed ging met de Deense kaasexport bestond daaraan ook niet de behoefte, maar thans is de toestand heel anders. In het „Melkbureau (Mejeri-kontoret) te Aarhus is men van mening, dat deze situatie onder de huidige omstandigheden de sterke prijsdaling in de hand heeft gewerkt. De ene exporteur onderbood telkens weer de an dere, met het gevolg dat de prijzen steeds verder naar beneden werden geschroefd. Het nieuwe exportbureau zal de controle moeten uitoefenen over een export van niet minder dan 5 miljard kronen, d.i. on geveer J 2.750 miljoen. Aan het bureau zal een afdeling voor propaganda worden verbonden, die tientallen miljoenen kronen zal mogen besteden aan alle vormen van verkoopbevordering. Het besluit om dit bureau te stichten is het resultaat van langdurige besprekingen tus sen de Deense boerenpartij, de landbouw organisaties en de regering. Het hoofdkan toor komt midden in Kopenhagen in de Axelborg, een groot gebouw, dicht bij het bekende amusementspark Tivoli. 179

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 29