Zestig jaar
Raiffeisen-Bank
Terugblik op een krachtige groei
De jaarvergaderingen van de Centrale Bank
hebben één ding gemeen. Vrijwel altijd wor
den ze massaal bezocht en steeds weer op
nieuw is het beeld van deze grote bijeenkomst
indrukwekkend. Van heinde en verre stroomt
men samen om hier als het ware de bevesti
ging te vinden van eenheid en saamhorigheid.
De afwerking van een formele agenda moge
het zakelijk stramien zijn van onze vergade
ring, in feite gaat het om de afsluiting van
het beleid van één enkel jaar. En om zich
te bezinnen op de ontwikkeling en de vele
gebeurtenissen, die dit jaar met zich bracht.
Deze keer stond de vergadering in het teken
van het 60-jarig bestaan van de Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Bank, zodat tal van bij
zonder genodigden aanwezig waren in de
bovenzaal van de Julianahal.
In zijn openingsrede memoreerde de heer
Wind verschillende feiten, waarbij hij met
een enkel woord de nagedachtenis van de
heer Visser, in leven directeur van de Cen
trale Bank, herdacht.
De rede van prof. Minderhoud bood gelegen
heid voor een uitvoerige terugblik, zij het
dan, dat deze in hoofdzaak beperkt werd tot
de laatste tien jaren.
Opnieuw bleek daaruit welk een dynamische
groei onze organisatie heeft doorgemaakt in
de korte na-oorlogse periode.
Ongetwijfeld is er wel eens reden voor een
critisch geluid, sommige dingen zou men wel
een anders of beter wensen, doch werpt men
een blik achteruit, dan is er toch alle reden
voor dankbaarheid. Dan blijkt eerst goed in
welke mate het werk en de betekenis van
onze banken zijn toegenomen. Deze sfeer van
een dankbaar terugzien was kenmerkend voor
onze jaarvergadering en vele aanwezigen
gaven dit ook te kennen.
Met aandacht heeft men voorts geluisterd
naar de woorden van minister Vondeling, die
er terecht op wees, dat er nog zeer veel staat
te gebeuren op agrarisch gebied, waarbij de
hulp van onze banken onmisbaar zal blijken
te zijn.
De minister besloot met het uitreiken van
koninklijke onderscheidingen aan de heren
H. J. Hendriksen en J. A. IJsselstijn, bij
welke huldiging de vergadering zich volledig
kon aansluiten.
Voegen we hierbij het slotwoord van de heer
Fleskens, dan hebben we een korte samen
vatting van de officiële gang van zaken.
116