Vraag en antwoord Spaartegoed Kan na overlijden van een spaarder uitbe- betaling van diens spaartegoed aan een derde plaats hebben op grond van een gezegelde onderhands opgemaakte ver klaring, luidende als volgt: „X. verklaart, dat hij bij zijn overlijden het tegoed van zijn spaarbankboekje in zijn geheel overgemaakt wil zien aan de mede-ondergetekende Y." verklaring is weinig Bovengenoemde duidelijk. Zij doet denken aan: 1. een betalingsopdracht; 2. een testamentaire beschikking; 3. een schenking onder levenden uit te keren op moment van overlijden; 4. een sluitstuk van een andere overeen komst dan schenking. 1. een betalingsopdracht vervalt bij over lijden; 2. een testamentaire beschikking kan niet rechtsgeldig bij onderhandse akte ge schieden; 3. een schenking van een schuldvorde ring op naam (een spaartegoed is zulk een vordering!) kan alleen tot stand komen bij notariële akte; 4. is de akte slechts het sluitstuk van een of andere overeenkomst, dan zal het bestaan van die overeenkomst behoor lijk bewezen moeten zijn, voordat de bank het tegoed van wijlen X. uitkeert. De overgelegde verklaring is dus zonder meer niet voldoende om op grond van het spaartegoed aan uit te betalen. Verkiezing Vraag: Hoe kan men bij het voorschrift, dat voor iedere vacture ten minste twee kandida ten gesteld moeten worden, dezelfde per sonen aan meerdere kandidaatstellingen laten deelnemen? Antwoord: In het huishoudelijk reglement kan wor den voorgeschreven, dat voor iedere vaca ture in bestuur of raad van toezicht door het bestuur resp. de raad van toezicht een bindende voordracht moet worden opge maakt, welke de namen van ten minste twee kandidaten bevat. Kan men nu, als zulk een bepaling in het huishoudelijk reglement voorkomt en ver schillende vacatures vervuld moeten wor den, de namen van dezelfde personen bij de voordrachten van verschillende functies opnemen? Daarbij zal niet die weg bewandeld kun nen worden, dat men wanneer b.v. twee functies vervuld moeten worden, een zelfde persoon telkens als tweede op de 140 Vraag: Antwoord: Geen dezer figuren rechtvaardigen uit betaling door de bank op grond van het overgelegde stuk alleen en wel om de vol gende redenen:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 30