Maandelijkse momentopnamen
Prijsverlaging- zuivelprodukten
De drastische verlaging van de inleverings-
prijzen van zuivelprodukten heeft het gun
stige gevolg, dat het verbruik van boter en
kaas zal worden vergroot. Een minder aan
genaam effect is, dat er nu in Duitsland
weerstanden opkomen tegen onze kaas
export, die door de boerenorganisaties van de
bondsrepubliek aanstonds als dumping is
aangemerkt.
Een tweede bezwaar tegen de prijsverlaging
is, dat het verschil tussen de opbrengst der
produkten en de garantieprijs aanzienlijk
groter is geworden. De toeslag moet nu wel
haast de helft van de zuivelwaarde zijn. Dit
is voor de melkveehouders een onaangename
situatie; zij zijn nu in al te grote mate afhan
kelijk geworden van de overheidssteun voor
de melk.
Met de prijsverlaging is men het in zuivel-
kringen overigens wel eens. De vraag rijst
echter, wat er nu verder moet gebeuren.
Hierover is nog niet veel te zeggen. Het is
niet mogelijk om dit jaar in ons land de melk-
produktie in te krimpen. En als wij dit al in
onze macht zouden hebben, dan nog zouden
wij daartoe niet grif overgaan, omdat andere
landen onmiddellijk de plaats zouden in
nemen, die wij op de exportmarkten zouden
vrijmaken. Het zijn niet de traditionele
exportlanden, die de botercrisis hebben ver
oorzaakt, maar de nieuwe exporteurs (Zweden
b.v.), die de Engelse markt plotseling hebben
overvoerd. Daarnaast is de produktie in de
importerende landen ook sterk toegenomen.
Het helpt dus niet al gaan wij in Nederland
minder produceren. Het zal alleen de schat
kist minder belasten en de publieke opinie,
die gealarmeerd is door de grote koppen,
waarmede de dagbladen de zuivelcrisis aan
kleden, een beetje kalmeren.
De botercrisis
De oplossing zou moeten komen van inter
nationale samenwerking. De boerenorganisa
ties van de belanghebbende landen, verenigd
in de internationale federatie van agrarische
producenten (IFAP), hebben dezer dagen te
Londen over de botercrisis vergaderd. De
conclusies houden in, dat ieder land de taak
heeft het verbruik van boter te stimuleren
door b.v. het prijsverschil tussen boter en
margarine te verkleinen, dat het vetgehalte
van consumptiemelk zo dicht mogelijk het
natuurlijk niveau dient te benaderen en ver
der dat het verbruik van melk opgevoerd
moet worden door bijzondere maatregelen als
b.v. de verstrekking van schoolmelk. Dit zijn
geen nieuwe gezichtspunten. Het is evenwel
nuttig dat er nog eens de aandacht op wordt
gevestigd.
Op deze conferentie is de toestand ernstig be
studeerd aan de hand van een uitgebreide
informatie. De vraag is onder ogen gezien
waarom de toestand dit jaar plotseling zoveel
slechter is dan in de voorafgaande jaren. Van
belang is dat in 1953 en 1954 grote aankopen
van boter hebben plaatsgevonden van de zijde
van Rusland en Oost-Europa. In 1955 vond
een vermindering van de produktie plaats in
Europa en in de Verenigde Staten. Daardoor
werd de invloed van de zeer grote export van
Australië, Nieuw-Zeeland en Canada in dat
jaar gecompenseerd. In 1956 deden Frank
rijk, West-Duitsland en Italië grote aan
kopen, waardoor de markt tamelijk gezond
bleef. Thans echter doet zich de invloed van
een algemeen hogere produktie onvermin
derd gelden.
Al enige jaren is derhalve de markt zeer
labiel; men kan niet zeggen, dat de ontspo
ring onverwacht komt. De huidige moeilijk
heden zouden belangrijk lichter worden als
we er nu eerst maar eens in zouden slagen
de voorraden drastisch te verminderen. Als
een daartoe strekkende maatregel kan de
sterke verlaging van de inleveringsprijs in
Nederland gelden. Het is niet onmogelijk,
dat we, als de voorraden alom ingekrompen
zijn, weer tot betere prijzen kunnen komen.
Het verbruik van boter
Het verbruik per jaar van boter per hoofd
van de bevolking vertoont van land tot land
enorme verschillen. Italië heeft het laagste
verbruik (l'A kg), gevolgd door Nederland(!)
met ruim 3 kg en Noorwegen, dat ook een
laag cijfer vertoont. Een gebruik van gemid
delde hoogte (7 tot 12 kg) hebben Zwitser
land, Engeland, Zweden, Denemarken en
België. En dan hebben we nog de landen met
een verhoudingsgewijs hoge boterconsumptie,
92