In het hort
niet langer bevreesd voor een nieuwe inflatie,
die weer een nieuw deel van de koopkracht
van de dollar zou wegnemen. Met andere
woorden, er is een veel grotere belangstelling
ontstaan voor de vaste rente dragende
fondsen.
De conclusie uit dit alles moet dus luiden:
wanneer eenmaal de kooplust terugkeert, dan
zal deze een bijzonder grote uitwerking
moeten hebben. Er is thans een enorme op
gepotte koopkracht.
(U.S. News Sc World Report,
Washington).
Duitsland „Groene Plan" een belangrijke
stimulans voor Duitse landbouw
Het aantal landbouwbedrijven beneden 10 ha
is van 1949 tot 1957 rond 160.400, dat is on
geveer met 10 procent, teruggelopen. Met de
vrijgekomen oppervlakte cultuurgond konden
andere landbouwers hun bedrijven uitbreiden,
zodat het aantal bedrijven van 10 tot 100 ha
in dezelfde tijd met 20.000 toenam. Een en
ander blijkt uit de volgende cijfers van het
aantal bedrijven in de diverse grootteklas
sen, gedurende enkele jaren (x 1000):
Van 1945 tot 1956 werden rond 149.000 ha
gebruikt voor vestiging van nieuwe bedrijven,
wat vaak gepaard gaat met ontginning en
ruilverkaveling. Van 1945 tot 1956 vond ruil
verkaveling plaats op 1,3 miljoen ha.
De prijsindex voor landbouwprodukten
(1938/39 100) steeg tot 211, terwijl de
prijsindex voor de gemiddelde bedrijfsbe-
nodigdheden en lonen tot 229 steeg. De af
stand van het loon in de landbouw tot het
basisloon in vergelijkbare industriële be
roepen,was ook in het jaar 1956/57 nog groot.
Het „Groene Plan" voor 1958 houdt in, dat
totaal ongeveer 1341 miljoen DM van over
heidswege naar de landbouw zullen toe
vloeien (in 1957: 1212 en in 1956: 615,5
miljoen).
Vergeleken bij vorige jaren is de post voor
verbetering van de agrarische structuur ver
minderd (v.j. 415 miljoen DM), maar voor
de rationalisatie van de produktie (v.j. 291
miljoen DM), voor kwaliteit en afzetverbete
ring (v.j. 480 miljoen DM) en voor krediet
voorziening en lastenvermindering (v.j. 26
miljoen DM) zijn de fondsen toegenomen.
(De Landbode).
Nederland grootste agrarische importeur
in West-Duitsland
Hoe belangrijk West-Duitsland is voor
Nederlands agrarische export, blijkt nog eens
uit onderstaande cijfers. In 1957 ging 27,3
procent van de totale Nederlandse agrarische
export naar onze oosterburen.
109
1949
1953
1955
1957
0.5—2
ha
583.1
565,2
553,7
537,4
2 —5
ha
543,9
512,1
487,5
458,3
5 —10
ha
400,7
389,9
382,3
371,6
10 —20
ha
254.7
258.2
262,6
270,3
20 —50
ha
112,4
112,9
114.0
116,4
50 —100
ha
12.7
12.9
13,0
13,3
meer dan
100 ha
3,0
2,9
2,8
2,8
Totaal
1910,5
1854.1
1815.9
1770.1
In miljoenen
guldens
In
procenten
1956
1957
1956
1957
Nederlandse uitvoer, totaal
10.874.4
11.770,0
100
100
waarvan naar West-Duitsland
1.961.9
2.172,7
18,1
18,5
Nederlandse invoer, totaal
14.153,7
15.996.9
100
100
waarvan naar West-Duitsland
2.530,6
2.887.8
17,8
18,0
Nederlandse agrarische uitvoer, totaal
3.902,4
3.893,9
100
100
waarvan naar West-Duitsland
987,6
1.064.4
25,3
27,3