Sparen in Amerika Rubriek X no. 8 van 28 april 1958 (abusieve lijk genummerd 8): circulaire aan notarissen in Nederland in verband met de inwerking treding van de nieuwe pachtwet op 1 mei 1958. Rubriek X no. 9 van 29 april 1958: arbeids overeenkomsten en volmachten personeel. Er is in de Verenigde Staten van Amerika een drang naar sparen merkbaar en de oude drang naar uitgeven is aan het afnemen. De Amerikaanse bevolking heeft reeds 303 miljard aan werkelijke besparingen en iedere maand komt hier weer een aanzienlijke hoe veelheid boven op. Nooit in de geschiedenis is de spaarlust zo groot geweest. Men mag hier uit afleiden dat wanneer de bevolking maar eenmaal haar bestedingslust terug krijgt, de recessie een eind zal nemen. Er lig gen hopen geld te wachten om een werkelijke hausse aan te wakkeren. Voorzichtigheid Wanneer men kijkt naar de wijze waarop de mensen op het ogenblik met hun geld om springen, dan ontwaart men dat er een alge mene geest van voorzichtigheid heerst. Men komt terug op eenmaal gemaakte aankoop - plannen, men schrikt terug voor het aangaan van nieuwe schulden en men spaart zijn geld voor de toekomst. In een tijdperk waarin de inkomsten van velen aan het dalen zijn, ziet men meer en meer spaargelden naar de daar voor bestemde instituten brengen of in de kous stoppen. Deze nieuwe geest volgt op een lange periode van grote bestedingen, jaren waarin de Amerikaanse gezinnen onafgebroken hun be zit aan auto's, huizen, meubelen, televisie apparaten, wasmachines enz. vergrootten. Enorme bedragen Maar ook reeds voor deze nieuwe spaarlust begon, hadden de Amerikaanse gezinnen enorme bedragen aan spaargelden geaccumu leerd. Alles tezamen genomen bezitten de Amerikanen thans meer dan 300 miljard aan spaargelden of vlug te realiseren activa. Hiermede zou de gehele hypotheekschuld van elk individu en elke consumentenschuld kunnen worden afgelost en dan zou er nog een saldo van 165 miljard overblijven. Op spaarrekening alleen bezitten de Ameri kanen thans meer dan 88 miljard of 30 miljard meer dan in 1950. De 42 miljard die de bevolking heeft bij spaar- en lenings instituten is driemaal zoveel als in 1950. Tientallen miljarden dollars zijn voorts be legd in spaarbrieven, staatsleningen enz. Contanten Ook de hoeveelheid contant geld is gegroeid en is meer gelijkelijk onder de gezinnen ver deeld dan voorheen. Meer dan drie op de vier gezinnen hebben thans contante spaar gelden. Een op de drie bezit meer dan 1000 aan contanten. Vergeet hierbij ook niet de half biljoen dol lars, die de Amerikanen in levensverzekerin gen hebben belegd: 109 miljoen Amerikanen bezitten thans een polis. Vergeet ook niet de enorme bedragen in de pensioenfondsen, in aandelen, in woningen. In 1957 alleen hebben de Amerikanen 14 miljard aan hun spaargelden toegevoegd. Dit is ongeveer tweemaal zoveel als in 1950 en 1951. Deze verhaaste spaarbeweging begon na het midden van 1957, zodat in de tweede helft van het jaar aanzienlijk meer is ge spaard dan in de eerste helft. Schulden Daarnaast bestaat er een grotere afkeer van het aangaan van meer schulden. In 1957 namen de consumentenschulden toe met 11 miljard tegen 14 miljard in 1956 en meer dan 18 miljard in 1955. Men ont waart dit zowel bij de hypotheken als bij de afbetaling. En deze mentaliteit wordt ook nu nog steeds gehandhaafd. Er zijn nog andere belangrijke wijzigingen in de spaarmentaliteit waar te nemen. Zo is men 108

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 22