bank aan te wijzen risico's dan brand
schade te verlangen (art. 2 onder f hoofd
stuk I van de algemene voorwaarden); de
kosten van zulk een verzekering komen uiter
aard ten laste van de hypotheekgever (dus
van de cliënt van de bank). In al die ge
vallen is het van belang om ook de uitkering
tegen storm- (of andere) schade te verbinden
tot zekerheid voor de vordering van de bank.
De juridische afdeling zal zich op verzoek
van de bank met het opstellen van de daar
voor benodigde stukken belasten.
Wij brengen in herinnering dat inzake ver
zekering tegen brandschade de bank met geen
andere verzekeringsmaatschappij genoegen
mag nemen dan met een, die aangesloten is
bij de zgn. Kramerovereenkomst. Deze maat
schappijen hebben namelijk op zich genomen
om bij beëindiging van de verzekering (bv.
wegens niet-betaling door de debiteur van de
bank van de verzekeringspremie) het belang
van de bank gratis verzekerd te houden tot
twaalf dagen, nadat de maatschappij de be
ëindiging van de verzekering aan de bank
heeft medegedeeld. Dat is een veiligheids
maatregel, die de bank niet mag missen.
Deze waarborg ontbreekt als de brandver
zekering gesloten is bij een maatschappij, die
niet aangesloten is bij de Kramerovereen
komst. Bovendien hebben al onze banken
zich, door toetreding tot de Kramerovereen
komst, tegenover de verzekeringsmaatschap
pijen verplicht er geen genoegen mee te
nemen, dat de hypotheekgever bij een maat
schappij tegen brand verzekerd zou zijn, die
niet bij de Kramerovereenkomst is aange
sloten.
Als een cliënt van de bank een voorschot of
krediet onder hypotheek aanvraagt, zal hij
daarvoor onder meer ook de polis van zijn
brandverzekering moeten overleggen. De
kassier kan dan, door raadpleging van de
in het Handboekje gepubliceerde lijst (blz.
330 e.v.) gemakkelijk controleren of de be
trokken maatschappij al dan niet bij de
Kramerovereenkomst is aangesloten.
Wat kan nu de bank doen, als de hypotheek
gever niet of niet voldoende verzekerd is?
Dit zal zich o.m. voordoen, als de hypotheek
houder zijn verplichtingen tegenover de ver
zekeringsmaatschappij niet nakomt, zodat de
maatschappij de verzekeringsovereenkomst
als geëindigd beschouwt; als de brandverze
kering is gesloten bij een maatschappij die
niet is toegetreden tot de Kramerovereen
komst en de hypotheekgever wil niet tot zulk
een maatschappij overgaan; als de verzeke
ring gesloten is tegen een te laag bedrag
(alsdan bestaat alleen recht op uitkering van
een gedeelte van het schadebedrag); als de
bank verzekering van het onderpand tegen
andere schade dan brandschade heeft ver
langd doch de hypotheekgever voldoet niet
aan dit verlangen; of als de hypotheekgever,
bv. omdat hij principiële bezwaren tegen ver
zekering heeft, niet bereid is enige verzeke
ring op het bezwaarde goed te sluiten.
In al die gevallen dient de bank gebruik te
maken van het recht, aan haar toegekend bij
art. 9 van hoofdstuk I der algemene voor
waarden voor hypotheken. Dat artikel be
paalt, voor zover hier van belang: „Wanneer
de hypotheekgever in gebreke mocht blijven
met voldoening aan de verplichting cm het
verbondene ten genoegen van de bank te
verzekeren en verzekerd te houden, zal de
bank bevoegd zijn om op kosten van de
hypotheekgever haar hypothecair belang te
verzekeren". De kosten, aan deze verzekering
voor de bank verbonden, zijn voor rekening
van de hypotheekgever en worden mede dooi
de hypotheek gedekt. Door het sluiten van
een hypothecair-belang-verzekering ingeval
een hypotheekgever op principiële gronden
niet tot verzekering van zijn onroerend goed
wenst over te gaan, worden de principiële
bezwaren van de betrokkene volledig ontzien.
De hypothecair-belang-verzekering gaat im
mers volkomen buiten de hypotheekgever
om. Niet deze wentelt het risico van brand
e.d. af op een verzekeringsmaatschappij,
doch de bank doet zulks. Het is dan ook niet
het eigendom van de hypotheekgever, dat
verzekerd is, doch de verzekeraar dekt uit
sluitend het hypothecair belang van de bank,
dat gevaar loopt bij teniet gaan van het
onderpand. De hypotheekgever draagt dus
geen enkele zedelijke verantwoordelijkheid
voor het sluiten van een hypothecair-belang-
verzekering door de bank.
Ten onrechte wordt over dit laatste door een
enkele cliënt, die principieel tegen verzeke
ren is, wel eens anders gedacht. Men meent
dan, dat men, indien de bank een hypothe
cair-belang-verzekering sluit, toch eigenlijk
langs een omweg zelf zijn eigendom verze
kert en maakt daarom bezwaar tegen de dooi
de bank gesloten hypothecair-belang-verze-
75