Maandelijkse momentopnamen
Geld in het laatje
Dezer dagen ontvangen de veehouders de
toeslag die de melkprijs over het melkjaar
1956/57 op de hoogte van de garantieprijs
brengt. Er is ten slotte grote vaart achter
deze uitbetaling gezet. Niet alleen de alge
mene toeslag ten bedrage van 1,30, maar
ook de toeslag voor de producenten in de
duurder werkende gebieden kan worden uit
betaald. In totaal is 157 miljoen ter be
schikking gesteld; 54 miljoen komt pas in
het begin van 1959. Het leek er eerst op, dat
de voorbereidingen voor deze laatste betaling
zoveel tijd in beslag zouden nemen, dat de
gelden pas veel later aan de veehouders
zouden kunnen worden overgemaakt. Het
Landbouwschap, dat bij de werkzaamheden,
die aan het stelsel van een gedifferentieerde
melkprijs verbonden zijn, is ingeschakeld,
heeft haast gemaakt en zo kon ten slotte
iedereen het hem toekomende in het begin
van deze maand ontvangen.
De veehouders behoeven gelukkig niet naar
den Haag te reizen om op het ministerie van
Financiën hun geld te halen. Via boerenleen
banken en zuivelfabrieken komt alles zonder
vertraging op de plaats van bestemming. Bij
een girale betaling (die nog lang niet overal
ingevoerd is) zelfs zonder dat de boer er een
stap voor behoeft te doen.
Op vragen van een Kamerlid heeft minister
Vondeling verklaard dat hij het wenselijk
acht, dat de uitbetaling van de garantieprijs
voor melk dit jaar eerder geschiedt dan het
vorige jaar. De minister zal hierover met zijn
ambtgenoot van Financiën overleg plegen.
Van belang is of de stand van 's lands kas
toelaat dat tegen het einde van het melkprijs
jaar 1957/58 een gedeeltelijke betaling plaats
vindt.
Wat is er aan de hand?
De kaasprijzen hebben in het laatst van
februari een scherpe daling te zien gegeven.
Dat is een zeer teleurstellende ontwikkeling
op een tijdstip, dat het seizoen van de grote
produktie nog niet begonnen is.
Wat is er aan de hand met de prijzen en de
afzet van zuivelprodukten? In Economisch-
Statistische Berichten (26-2-1958) zegt drs.
H. Schelhaas er het volgende van: „De crisis
in de Nederlandse zuivelindustrie heeft twee
oorzaken: de sterke kostprijsstijging en de
niet bevredigende ontwikkeling van de afzet.
Vooral de eerste oorzaak heeft tot de huidige
moeilijkheden bijgedragen. Op het gebied van
de afzet waren naast twee negatieve factoren,
t.w. de stijgende melkproduktie en de afne
mende waardering voor het melkvet, ook
enige positieve factoren werkzaam, met name
een niet onaanzienlijke bevolkingsgroei, een
stijgende vraag naar zuivelprodukten, vooral
veroorzaakt door de toegenomen welvaart,
en vergrote afzetkansen in de niet-Europese
gebieden. Tot midden 1957 waren deze gun
stige factoren in staat de negatieve factoren
te compenseren, waarbij zelfs nog ruimte was
voor een bescheiden opbrengststijging. De
moeilijkheden van de laatste maanden moeten
worden toegeschreven aan enige bijzondere
en grotendeels tijdelijke factoren".
De melkprijs 1957/58
Voor het „melkjaar" 1957/58 zal de garantie
prijs 28,85 cent per kg melk (vetgehalte
3,7%) bedragen. Dat is bijna één cent minder
dan het Landbouwschap gevraagd heeft. Een
nieuw element is, dat ditmaal de garantie
beperkt is tot de hoeveelheid melk, die in
1956/57 door de producenten is afgeleverd.
Deze basishoeveelheid bedraagt ongeveer 5,2
miljard kg. Het besluit om de garantie te
beperken vindt zijn oorzaak in de moeilijk
heden, die zich momenteel voordoen bij de
afzet van zuivelprodukten. Ook voor de toe
komst zijn de verwachtingen niet gunstig en
daarom moet volgens de minister de melk
stroom worden ingedamd.
48
Dit besluit roept herinneringen op aan de
dertiger jaren, toen getracht is uitvoering te
geven aan een plan om de „melksteun" tot
een bepaalde hoeveelheid te beperken. Dat
zou gebeuren door voor ieder bedrijf een
basishoeveelheid vast te stellen. In die jaren
was men voor geen klein gerucht vervaard.
En waren voor individuele bedrijven toewij
zingen van biggenmerken, kalverschetsen,
fabrieksaardappelen, enz. Het plan om per
bedrijf een hoeveelheid melk vast te stellen,
die voor prijsgarantie in aanmerking kwam,
is na veel voorbereiding en studie ten slotte
niet uitvoerbaar bevonden.
In veehouderskringen zal men zich met span
ning afvragen wat er nu gaat gebeuren. Doet