Financieel overwicht erfgenaam, die niet aan de hypotheekver lening meewerkte, dan vervalt het recht van de hypotheekhouder, terwijl laatstgenoemde op de boedelscheiding in het geheel geen in vloed heeft. De enige mogelijkheid in dit geval is, dat de erfgenamen tot boedelschei ding overgaan. Deze zal, aangezien er on roerend goed bij betrokken is, notarieel plaatsvinden. De afwezige kan daarbij door een gevolmachtigde vertegenwoordigd wor den. Vraag: Welke gevolgen heeft het overlijden van een borg voor de borgstelling? Antwoord: Door overlijden van een borg gaan diens verplichtingen, voortvloeiende uit de over eenkomst van borgtocht, over op diens erf genamen. Deze erfgenamen zijn voor de borgtochtverplichtingen aansprakelijk, ieder naar mate van de hoegrootheid van zijn erf deel. De bank heeft dus na het overlijden van de borg niet meer te maken met één borg, doch met evenzoveel borgen (ieder voor zijn deel) als er erfgenamen zijn. Vóór de boedel scheiding kan de bank voor de borgtocht verplichtingen van de erflater verhaal zoe ken op diens gehele nalatenschap, doch na de boedelscheiding kan men slechts elk der erfgenamen afzonderlijk voor zijn deel in de borgtocht aanspreken. Daar dit, indien er meer dan één erfgenaam is, uiteraard op grote praktische bezwaren voor een bank-schuldeiser stuit, staan wij op het standpunt, dat een schuldenaar ingeval van overlijden van zijn borg ervoor zorg dient te dragen, dat er weer één (nieuwe) borg komt, die zich voor 100 °/o borg stelt. Met een splitsing der borgtocht over een aan tal erfgenamen kan dus geen genoegen ge nomen worden. In de meeste gevallen zal wel één der erfgenamen bereid zijn de gehele borgtocht over te nemen. De erfgenamen kunnen onderling de boedel zodanig verdelen, dat één van hen de gehele borgtochtverplichting op zich neemt. Indien deze persoon als borg acceptabel is, kan de bank de haar aangeboden borgtocht van één der erfgenamen aannemen en bestaat er geen bezwaar tegen gelijktijdig de overige erfge namen uit hun deel in de borgtochtverplich tingen van de erflater te ontslaan. De eis, dat één der erfgenamen de volledige borgtocht overneemt of dat op andere wijze nieuwe zekerheid gesteld wordt, geldt temeer in het geval, dat de schuldenaar tevens erf genaam van de borg is. Dit spreekt uiteraard van zelf, indien de schuldenaar de enige erfgenaam is: de borg tocht zou dan geheel komen te vervallen, want men kan nu eenmaal niet voor zichzelf borg zijn. Doch ook indien er twee of meer erfgenamen zijn, gaat, indien de schuldenaar mede-erfgenaam is, de borgtocht voor een deel te niet, nl. voor een zelfde deel als de schuldenaar in de erfenis van de erflater/ borg gerechtigd is. Daar in de praktijk van onze banken de borg dikwijls tot de naaste familieleden van een schuldenaar behoort, kan zich licht het geval voordoen, dat de schuldenaar (mede)-erfgenaam van de borg is. Men dient er dan dus steeds op bedacht te zijn, dat één der erfgenamen de hele borg tochtverbintenis overneemt of dat andere zekerheid geboden wordt. Zou men dit niet doen, dan gaat de zekerheid uit de borgtocht geheel of ten dele verloren. Voortgezette rentedaling De koersstijging op de staatsfondsenmarkt heeft zich in de afgelopen maand in ver sterkte mate voortgezet. De koersverbete- ringen waren daarbij in dezelfde orde van grootte als in de maand december en be langrijk groter dan in januari jl. Deze ont wikkeling sloot zich nauw aan bij die op de geldmarkt, de markt voor kortlopende le ningen met een looptijd van ten hoogste een jaar. Enerzijds werd het renteplafond voor kasgeldleningen door de centrale overheid 53

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 11