prijs ad 1.30 (die alle melkveehouders zul
len ontvangen) in de eerste helft van maart
zal worden uitbetaald. Dit is een belangrijke
mededeling; deze betaling zal immers komen
op een tijdstip, dat de liquiditeit van het
boerenbedrijf enige versterking van de be
schikbare geldmiddelen dringend nodig
heeft. Inmiddels (zie de Raiffeisen-Bode van
januari 1958) bestaat de mogelijkheid bij
boerenleenbanken een voorschot op deze
betaling op te nemen.
Later in het jaar zullen de bedrijven, die
voor een hogere melkprijs in aanmerking
komen, een extra-toeslag ontvangen. De uit
voering van deze betaling, die in handen is
van het Landbouwschap, heeft heel wat
voeten in de aarde. Voor het thans lopende
melkjaar adviseert het Landbouwschap tot
een uniforme melkprijs van 29.80 (3.7
vet) voor het gehele land.
De geblokkeerde één cent per kg over 1956-
1957 zal, aldus de minister, niet voortijdig
kunnen worden betaald. Deze blokkering,
die verband houdt met de factor onderhoud
en vernieuwing van bedrijfsgebouwen, duurt
tot maart 1959.
In de eerste maanden van 1957 is het met de
afzet van bewaarkool zeer slecht geweest.
Deze winter zijn de prijzen wederom teleur
stellend. Het Landbouwschap heeft het vorig
jaar de minister verzocht de koolproducen
ten financiële steun te verlenen. Enkele
jaren geleden (1953), toen het met de afzet
ook vastgelopen was, heeft de regering een
geldelijke tegemoetkoming gegeven. Op het
laatste verzoek van het Landbouwschap
heeft de overheid echter anders beslist. De
minister liet alras weten, dat een subsidie
uit de staatskas niet mogelijk was. De moti
vering was, dat de produktie van kool in
Nederland gemiddeld te groot is om onder
normale omstandigheden een afzet tegen
redelijke prijzen te mogen verwachten. De
verandering in consumptiegewoonten, ge
paard gaande met een ontwikkeling, waarbij
het gedurende zeer grote gedeelten van het
jaar mogelijk is verse groenten of goed ge
conserveerde groenten te krijgen, doet de
binnenlandse consumptie van vele kool
soorten dalen, terwijl de exportmogelijk
heden zeer wisselend zijn, doch in het alge
meen geen stijgende tendens vertonen.
De minister heeft later in het jaar het Pro-
duktschap voor Groenten en Fruit in over
weging gegeven maatregelen te beramen om
de produktie van kool te verminderen. Het
beraad van het Produktschap (met het Land
bouwschap) heeft er niet toe geleid, dat de
produktie van bewaarkool door speciale
maatregelen zal worden beperkt. In telers
kringen wil men de oplossing veeleer zoeken
in een snelle doorvoering van de ruilverka
veling in de Geestmerambacht, de polder in
Noord-Holland, waar de teelt van bewaar
kool is geconcentreerd. Met de ruilverkaveling
dienen grondverbeterende en andere cultuur
technische maatregelen gepaard te gaan op
dat de producenten in de toekomst minder
eenzijdig op de teelt van kool zullen zijn aan
gewezen.
Het onderwerp van de koolteelt is dezer
dagen ook aan de orde geweest op de jaar
vergadering van de Provinciale Commissie
uit de Veilingen in Noord-Holland. De voor
zitter zeide er o.m. dit van: Bij een beschou
wing van de koudegrond-cultures in Noord-
Holland blijkt dat deze toch maar een zwakke
basis vormen voor een goed resultaat in de
bedrijven. Slechte verkaveling en ongunstige
ligging der bedrijven beperken de oude pol
ders om daarin verbetering te brengen. De
omschakeling van teelten in de oude gebieden
vlot in het geheel niet. Hij waarschuwde de
Noordhollandse telers, dat zij een zwakke
positie innemen. Het is onmogelijk dat het
kleinbedrijf deze grove produkten van sluit
en bloemkool alsmede vroege aardappelen
met succes zal kunnen blijven telen. En tot
slot werd de wens geuit: Voor dit winter
seizoen kunnen we niet anders doen dan
hopen op langdurig vriesweer. Dit verlangen
werd uitgesproken op 19 december 1957. Tot
langdurige vorst is het intussen nog niet ge
komen.
29
Bewaarkool
Langdurige vorst gewenst