Maandelijkse momentopnamen
Op 3 februari 1958 heeft in Den Haag de
plechtige ondertekening plaatsgevonden van
het verdrag tot de instelling van de Econo
mische Unie der Beneluxlanden. Bijna veer
tien jaar zijn voorbijgegaan sedert (in sep
tember 1944) de Belgische en de Neder
landse regeringen in ballingschap een
douaneconventie sloten, die zou moeten uit
lopen op „een duurzaam verdrag van econo
mische unie". Men zal zich toenmaal de
moeilijkheden, die overwonnen moesten wor
den, nauwelijks gerealiseerd hebben. Men
kon immers bezwaarlijk voorzien hoe ver
schillend de positie der drie landen na het
beëindigen der vijandelijkheden zou zijn.
Met vallen en opstaan is het handelsverkeer
in de Benelux zoveel mogelijk van kwan
titatieve beperkingen ontdaan. De onder
tekening van het verdrag betekent niet, dat
daarmede geheel vrij verkeer is bereikt, maar
legt vast, dat er geen terug meer is en dat van
nu af aan zonder vertraging naar het eind
doel zal worden gestreefd.
De Nederlandse land- en tuinbouw heeft zijn
verwachtingen omtrent de goede uitwerking
van Benelux niet zonder meer in vervulling
zien gaan. Een aantal belangrijke agrarische
produkten ondervindt nog steeds de belem
meringen, die de hantering van het stelsel
der minimuminvoerprijzen door België ver
oorzaakt. In Nederlandse tuinbouwkringen
is men daarover terecht teleurgesteld. Voor
het verkeer van agrarische voortbrengselen
opent de ondertekening van het verdrag
geen nieuwe fase. Wel echter mag men
hopen, dat de zeer traag voortgang makende
harmonisatie van de landbouwpolitiek een
nieuwe impuls krijgt opdat wij over vijf jaar,
als die harmonisatie bereikt dient te zijn,
niet moeten constateren, dat we deze hin
dernis niet hebben kunnen nemen.
Het vleugje optimisme, dat zich enige tijd
geleden deed merken, blijft voelbaar. De ont
wikkeling van onze handel met het buiten
land vertoont tekenen van herstel. De z.g.
dekkingspercentages (uitvoer in procenten
van invoer) hebben de laatste vier maan
den van 1957 flink boven die van de over
eenkomstige maanden van 1956 (toen deze
percentages dan ook bijzonder slecht waren!)
gelegen. Hierdoor is het tekort op de han
delsbalans over 1957 niet zo groot geworden
als in de loop van het jaar moest worden
gevreesd. Het is echter nog groot genoeg.
Het invoeroverschot over het afgelopen jaar
bedraagt 3.8 miljard. Men mag niet ver
wachten, dat dit tekort gecompenseerd zal
worden uit de inkomsten, die het diensten
verkeer oplevert. De betalingsbalans zal
over 1957 ten slotte een tekort aanwijzen.
Het kwartaalverslag van het Centraal
Orgaan (voor de Economische Betrekkingen
met het Buitenland), waaraan wij deze cijfers
ontlenen, stelt de vraag wat de ontwikkeling
in 1958 zal zijn. Zich erop baserende dat in-
en uitvoer zich in 1958 zullen verhouden
zoals dit in de laatste vier maanden van 1957
het geval is geweest (met eliminatie van
seizoeninvloeden) komt men voor 1958 tot
een gemiddeld dekkingspercentage van 83
(in 1957 was dit 75). Dit betekent een tekort
op de handelsbalans van 2.6 miljard.
Daartoe zal echter in het nieuwe jaar de
uitvoer aanzienlijk moeten worden ver
hoogd. De vermindering van de invoer in
1957 is immers vooral een gevolg geweest
van de verminderde aankoop van grond
stoffen, motorrijtuigen en investerings
goederen, dus van voor het economisch leven
belangrijke zaken. Het lage invoerniveau
kan op den duur niet zonder schade voor onze
economie gehandhaafd blijven, tenzij de in-
voercijfers voor consumptiedoeleinden nog
een verdere achteruitgang te zien zouden
geven. Tegenover een noodzakelijke stijging
van de invoer zal een toeneming van de
export gesteld moeten worden.
In geen Westeuropees land is de welvaart
in zo grote mate afhankelijk van de export
als in Nederland. Voor ons land bedraagt
de waarde van de geëxporteerde goederen
42.9 °/o van het nationale inkomen (rekent
men de diensten er bij dan wordt het 60 °/o!)
Voor België-Luxemburg, Frankrijk, West-
Duitsland, Italië en Groot-Brittannië is dit
cijfer resp. 35.8 °/o, 11.3 °/o, 21.0 °/o, 11.8
en 19.4
De minister van Landbouw heeft bekend ge
maakt, dat de aanvulling op de garantie-
28
Benelux
De buitenlandse handel
Melkgeld