beroep tot het betrachten van matiging bij
de kredietverlening. De door de regering
bij het parlement ingediende begroting voor
het jaar 1958 is van zodanige structuur, dat
de centrale overheid in beginsel geen beroep
op de kapitaalmarkt zal behoeven te doen,
aldus de kapitaalmarkt vrij latend voor de
lagere publiekrechtelijke organen en het be
drijfsleven.
De derde fase de laatste maanden van het
jaar 1957 kan worden aangeduid als de
fase waarin de gevolgen van de politiek tot
herstel van het evenwicht voelbaar werden.
De handelsbalans onderging een verbetering.
De daling van de goud- en deviezenreserves
kwam tot staan en maakte plaats voor een
niet onaanzienlijke stijging. De spanning op
de arbeidsmarkt verminderde. Op de geld
markt deed zich in samenhang met de
terugvloeiing van goud en deviezen een
ontspanning voor. De emissie ener nationale
lening ter financiering van de woningbouw
(tegen een rente van 6 leverde belang
rijk betere resultaten op dan werd verwacht.
En sedert deze emissie ondergingen de koer
sen der staatsobligaties een stijging, blijk
baar op grond van de verwachting, dat het
hoogste punt der kapitaalmarkt was bereikt
en een daling kon worden tegemoet gezien.
Het totaal van verschijnselen, dat zich in de
laatste maanden van 1957 heeft voorgedaan,
geeft aanleiding tot de veronderstelling, dat
aan het inflatoire proces in Nederland een
einde is gekomen en dat daarmede een der
voorwaarden is geschapen voor het bevor
deren van een gezonde financieel-econo-
mische ontwikkeling in 1958.
Dat neemt niet weg, dat daartoe ook andere
voorwaarden vervuld zullen moeten worden,
waaronder in de eerste plaats genoemd mag
worden het herstel van een gezonde over
heidsfinanciering en van gezonde ver
houdingen op de kapitaalmarkt.
Sedert jaren geldt het voorschrift, dat de
Nederlandse lagere publiekrechtelijke or
ganen, waarvan in dit verband de gemeen
ten de belangrijkste groep vertegenwoor
digen, geen beroep op de kapitaalmarkt
mogen doen tegen een rente boven 474 a
41/2 °/o. Dit voorschrift heeft er mede toe
geleid, dat de gemeenten ter financiering
van de woningbouw en van andere lange
investeringsprojecten kort lopend geld heb
ben aangetrokken toen als gevolg van de
inflatoire hausse de kapitaalmarktrente
boven 472 steeg. Zulks leidde er toe, dat
de vlottende schuld der gemeenten steeg tot
een bedrag van ruim 1500 miljoen. Deze
schuld wacht op consolidatie en het bestaan
dier schuld versluiert de verhoudingen op
de kapitaalmarkt. De consolidatie zal zo ge
leidelijk moeten plaats vinden wellicht via
een centraal lichaam dat daarvan geen
verstorende invloeden op de kapitaalmarkt
uitgaan. Het is de vraag of deze operatie
binnen een jaar zal kunnen geschieden, doch
het is tevens de vraag, of zulks beslist nood
zakelijk zal zijn. De centrale overheid draagt
tot het slagen dezer operatie bij door de
financiering in 1958 volgens een begroting,
die het doen van een beroep op de kapitaal
markt onnodig maakt.
De loonpolitiek, die in Nederland mede een
onderwerp van regeringsbeleid vormt, zal
met voorzichtigheid gevoerd moeten worden.
Het in de laatste jaren gevoerde loonbeleid
kan gekenschetst worden als iets te optimis
tisch en zij heeft mede geleid tot een ver
storing van het evenwicht. De Nederlandse
verhoudingen doen vermoeden, dat voor dit
punt bij de betrokken groeperingen begrip
zal bestaan.
Een gezonde financiering van het bedrijfs
leven vereist een gezond bankbeleid en een
voldoende aanbod van kapitaalmarktmidde
len.
In het vierde kwartaal van 1955 heeft de
Nederlandsche Bank bij het bankwezen reeds
aangedrongen op afwenteling van investe
ringskredieten op de kapitaalmarkt. Het
bankwezen heeft op die wenk positief ge
reageerd. De in Nederland geldende tradi
tionele normen van gezond bankbeleid waar
borgen op dit punt een gezonde financiering
van het bedrijfsleven. Het bevorderen van
een voldoend aanbod van kapitaalmarktmid
delen zal mede hec gevolg moeten zijn van
het hiervoren reeds genoemde herstel van
gezonde verhoudingen op de kapitaalmarkt.
En ten slotte zullen de monetaire en budge-
taire politiek zich voor de opgave gesteld
zien te juister tijd maatregelen tot ont
spanning te nemen wanneer mocht blijken,
dat de zich voordoende verschijnselen niet
meer als aanpassings- doch als recessiever
schijnselen moeten worden opgevat.
Samenvattend mag worden gesteld, dat de