Maandelijkse momentopnamen
De omstandigheden, waaronder de Neder
landse landbouw op het moment van de
jaarwisseling verkeert, zijn niet gunstig.
De kostenstijging, die met de overspanning-
van de bedrijvigheid in ons land gepaard is
gegaan, drukt zwaar op de rentabiliteit, die
bovendien nadelig beïnvloed wordt door
prijsdalingen van agrarische voortbrengse
len, zuivelprodukten in het bijzonder. In
middels is de politiek der inflatiebestrijding
in binnen- en buitenland effectief geworden
en komen er verschijnselen aan den dag, die
de vrees oproepen voor het afglijden naar
een toestand van sterk verminderde be
drijvigheid, naar een crisis wellicht. Het is
nu wel duidelijk dat de expansie van de
wereldeconomie gestoord is. Sommigen
menen, dat er een ernstige breuk is opge
treden, anderen daarentegen zijn van oor
deel dat er niets aan de hand is en dat we
nu even de tijd moeten nemen om wat uit
te blazen. Dit alles heeft echter toch tot
resultaat gehad dat er een ietwat onbehaag
lijke stemming is ontstaan over het conjunc
tuurverloop in de toekomst. Met grote inte
resse wordt de ontwikkeling van de Ameri
kaanse economie gevolgd. Men kan niet
zeggen dat de tekenen erop wijzen, dat de
flauwe stemming daar te lande spoedig tot
het verleden zal behoren. Als de kunstmaan
maar eenmaal veilig in de lucht is!
Op korte termijn bezien is er zeker reden om
zich zorgen te maken over de positie van de
Nederlandse landbouw. De afzet op de
buitenlandse markten ontwikkelt zich de
laatste tijd (met uitzondering van de pro-
dukten eieren en slachtpluimvee) niet naar
onze zin en aangezien minder goede export
prijzen van directe invloed zijn op de prijzen
die het binnenland betaalt (het principe dat
de binnenlandse consument tenminste de
kostprijs dient te betalen is immers nog
steeds in discussie) komt de landbouw in het
algemeen gesproken niet voldoende aan zijn
trekken.
Als het gematigde optimisme van minister
Zijlstra, die meent dat wij in ons land lang
zamerhand de teugels der beperking weer
wat kunnen laten vieren (zeer voorzichtig
natuurlijk) gerechtvaardigd is en als de voor
spellingen omtrent de ontwikkeling in
Amerika (opleving in de tweede helft van
1958) bewaarheid worden, mogen we, aan
nemende dat er een samenhang bestaat
tussen het algemeen conjunctuurverloop en
de ontwikkeling van afzet en prijzen van
agrarische produkten (in het bijzonder als
het veredelingsprodukten betreft), ook voor
de landbouw op enige verbetering rekenen.
In ieder geval moet een landbouw als de onze
op langere termijn bezien voordeel hebben
van de economische expansie, die de volke
ren voor zichzelf en in samenwerking met
elkaar nastreven. Het komt er nu maar op
aan of op een zodanige expansie mag wor
den gerekend of niet. Is de geweldige tien
jarige groei, die we nu achter de rug hebben,
een éénmalig gevolg geweest van de onont
koombare noodzaak om de oorlogsverwoes
tingen te herstellen en van een durvende
houding om de directe noden van de wereld
aan te pakken en is de hapering van thans
in wezen veroorzaakt door een veranderde
instelling, van het voorzichtiger worden en
minder riskeren?
Het lijkt erop, dat de mensen, om iets tot
stand te brengen en de inspanning daartoe
vol te houden, een uitdaging nodig hebben.
Dat leert ons de geschiedenis van het herstel
na de grote oorlog, dat leert ons in het bij
zonder het herstel van West-Duitsland, dat
niet in de eerste plaats moet worden toege
schreven aan de overigens niet geringe werk
kracht en bekwaamheid van de Duitsers,
maar vóór alles aan de omstandigheid, dat
men met iets te ondernemen, alles te winnen
en niets te verliezen had. De expansie van de
Russische economie kan ook gezien worden
als een antwoord op een uitdaging, niet van
het westen, maar aan zichzelf gericht en
door bijzondere omstandigheden effectief.
Ook het westen stelt zich in vredestijd grote
taken; de verdediging van, de hulp aan
onderontwikkelde gebieden, de plaatsing van
de overschotten van agrarische produkten, de
verruiming van het handelsverkeer, enz. Het
antwoord echter, dat wij op deze opdrachten
geven, laat te wensen over en dat zal wel tot
oorzaak hebben, dat hier het eenvoudige
alternatief: alles te winnen, niets te ver
liezen, niet aan de orde is. En zo gaan we
Bij de jaarwisseling
4