innert, in niet geringe mate van Frankrijk uitgegaan, dat tot een feitelijke devaluatie van 20 van de Franse frank overging en daardoor bijzondere spanningen voor pond sterling en in navolging daarvan ook voor de gulden in het leven riep. In Engeland moest het officiële disconto tot 7 worden verhoogd, de Ver. Staten gingen tot 3V2 0 waarbij echter de rentevoet voor lang lopende leningen tegelijkertijd ook daar tot welhaast 6 °/o opliep terwijl de Neder- landsche Bank het disconto tot 5 ver hoogde, op welk niveau ook het nieuwe jaar werd ingegaan. Verder werd, naast de kredietverlening aan de gemeenten, ook die aan het bedrijfsleven zodanig afgeremd, dat deze slechts weinig meer kon worden uitge breid. Al die maatregelen konden echter pas goed tot gelding komen, nadat op de in september gehouden jaarvergadering van het Inter nationale Monetaire Fonds duidelijk was ge maakt, dat de verschillende regeringen vast besloten waren, de bestaande wisselkoers pariteiten te handhaven. Sindsdien zette ook de wending ten goede voor de Nederlandse handels- en betalingsbalans in, waardoor op de aanzienlijke tekorten, die daarop in de voorafgaande maanden van het jaar waren ontstaan, kon worden ingelopen. Zij het, wat de handelsbalans betreft, toch niet meer zodanig, dat kon worden voorkomen, dat het invoeroverschot van het gehele jaar 1957 dat van 1956 toch nog aanzienlijk zal over treffen. Wat de betalingsbalans betreft, schijnt er volgens een ministeriële verklaring van einde december, een goede kans te zijn, dat het tekort van 1956 ten bedrage van 600 miljoen niet zal worden overschreden. Daar in is dus niet begrepen het bedrag, dat Nederland aan buitenlandse kredieten ver kreeg. Bedoelde 450 miljoen hebben niet alleen voorzien in het ernstige tekort, waar aan de schatkist het hoofd heeft moeten bieden, doch evenzeer bijgedragen tot een versterking van de deviezenpositie. Nadat deze op 9 september een dieptepunt had be reikt van 3.049 miljoen was ze aan het einde van 1957 weer gestegen tot 3.932 miljoen tegenover een netto bezit aan goud en deviezen van 3.838 miljoen aan het einde van 1956. Ook indien men de buiten landse kredietverlening in aanmerking neemt, kan dus toch van een duidelijke wending ten goede in de laatste maanden van het jaar worden gesproken. Zij het ook dat deze mede te danken is geweest aan terugtrekking van tijdelijke uitzettingen in het buitenland door het bankwezen. De lichte verruiming in de geldsector, die daaruit weer is voort gevloeid, weerspiegelde zich in een daling van de geldtarieven, waardoor de schatkist in staat werd gesteld goedkoper te lenen. Terwijl het afgiftetarief voor promessen tot 4 7/8 als hoogtepunt was gestegen, werd voor het laatst in december voor drie maandspapier 4 5/8 betaald en bij de eerste plaatsing in het nieuwe jaar zelfs slechts 4V2 Intussen mag niet onvermeld blijven, dat de Nederlandsche Bank het percentage voor de dekking, die het bankwezen verplicht is bij de circulatiebank aan te houden, in de loop van 1957 verder van 7 tot 4 °/o verlaagde. Daartegenover is in de loop van het jaar het officiële disconto van 33/4 °/o op 5 °/o ge bracht, nadat in 1956 in totaal een verhoging- met eveneens D/4 tot 33/4 °/o had plaats gevonden. Ten slotte dient nog een ogenblik te worden stilgestaan bij de ontwikkeling op de open bare kapitaalmarkt. Konden de Neder landsche Spoorwegen in het begin van 1957 nog op een 43/4 basis emitteren tegen 98% met uitsluiting van vervroegde aflossing in oktober moest de regering onder in vloed van de toegenomen kapitaalschaarste en het probleem van de woningbouw be sluiten, tot de uitgifte van een nationale woningbouwlening met een rentevoet van 6 Daarmede werd een aanpassing aan de tarieven van de open markt tot stand ge bracht. Zoals men weet was deze lening operatie zeer succesvol en werd voor 394 miljoen ingetekend, terwijl vervolgens diverse emissies op deze rentebasis voor rekening van de openbare nutsbedrijven hebben plaats gevonden. Dat echter ook op de leningmarkt een zekere ontspanning is ingetreden, bewijst het feit, dat alle 6 °/o leningen met een agio van enkele punten noteren. Dat kan men trouwens ook aflezen uit het krachtige Verbetering deviezenpositie De Staatsfondsenmarkt 15

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1958 | | pagina 17