Kroniek uit eigen kring
Sedert kort zijn onze banken wederom in het
bezit gekomen van enkele circulaires, die dit
maal alle betrekking hebben op de rente.
Nadat de definitieve rente over 1957 van de
Centrale Bank was bekend gemaakt, volgde
na ongeveer een week de voorlopige rente
regeling voor 1958, welke in tegenstelling tot
andere jaren ditmaal slechts voor de eerste
helft van het komende jaar zal gelden.
Het is steeds het streven van de Centrale
Bank geweest om tijdig voor het begin van
het komende jaar haar voorlopige rente
regeling kenbaar te maken.
Tevens werd en wendt er naar gestreefd in
deze aangekondigde regeling zo weinig mo
gelijk verandering te brengen, ten einde de
boerenleenbanken in staat te stellen voor hun
eigen bedrijf een zo stabiel mogelijk rente-
beleid voor de komende periode uit te stip
pelen.
Een en ander neemt natuurlijk niet weg, dat
belangrijke wijzigingen in de situatie op de
geld- en kapitaalmarkt, wijzigingen, die
buiten de macht van de Centrale Bank val
len, tussentijdse verandering van koers nodig
kunnen maken.
Dit laatste is dan ook in het afgelopen jaar
wel sterk op de voorgrond getreden, toen de
Centrale Bank zich genoodzaakt zag meer
dere malen een nieuw renteadvies aan de
boerenleenbanken te verstrekken.
Spoedig na het bekend maken van de voor
lopige rente van de Centrede Bank voor het
eerste halfjaar van 1958 heeft zij clan ook
aan de aangesloten banken een advies doen
toekomen, bevattende de rentetarieven, zoals
deze naar haar inzicht het beste door de
boerenleenbanken kunnen worden vastge
steld.
Tevens is vooraf voor de boerenleenbanken
als totaliteit een begroting opgemaakt, ge
baseerd op de totaalcijfers aan de hand van
de voorlopige renteregeling van de Centrale
Bank en de rente, zoals deze voor de boeren
leenbanken is geadviseerd.
Daarbij kwam tot uitdrukking, dat op grond
van deze cijfers de boerenleenbanken, als
totaliteit gezien, voor 1958 tot redelijke be
drijfsresultaten zouden kunnen komen. Dit
neemt niet weg, dat individueel de te ver
wachten resultaten uiteen kunnen lopen.
Na het ontvangen van het voor de aange
sloten banken bestemde renteadvies is het
zaak voor de boerenleenbanken zo spoedig
mogelijk een begroting te doen samenstellen
door haar kassier, ten einde na te gaan welke
rente voor het komende jaar kan worden
vastgesteld.
Men gelieve hiermede niet te wachten
zoals bij enkele banken tot nu toe de ge
woonte was totdat een deel van het nieuwe
jaar reeds is verstreken. Het is o.i, nood
zakelijk dal de cliënten vooraf kennis dragen
van de renten, die de boerenleenbank zich
voorstelt voor het komende jaar te bereke
nen. De banken zullen daarbij goed doen bij
de bekendmaking van de rente aan te geven,
dat deze te allen tijde kan worden gewijzigd.
Anderzijds verdient het aanbeveling geen
rentetarieven definitief vast te stellen en aan
cliënten bekend te maken alvorens in ring-
verband getracht is zoveel mogelijk tot een
uniforme rente voor de boerenleenbanken,
gevestigd in een bepaald rayon, te komen.
Het zal wel een niet te vervullen wens blijven
om voor alle banken in een ring te komen
tot een geheel uniforme rente. Door onder
ling overleg kan echter naar wij menen wel
worden bereikt dat grote verschillen in te
vergoeden en te berekenen rente kunnen
worden vermeden.
Het verheugt ons hierbij melding te kunnen
maken van de mogelijkheid tot het finan
cieren van de aankoop van landbouwwerk
tuigen door de boerenleenbanken, welke
mogelijkheid is geschapen door onderling
overleg met het Centraal Bureau te Rotter
dam in die gevallen, dat de werktuigen wor
den gekocht bij een aankoopvereniging, aan
gesloten bij dit Centracd Bureau.
In het verleden werden bij het financieren
van de aankoop van landbouwwerktuigen
deze slechts als aanvidlende zekerheid aan
vaard, waarnaast nog andere dekking moest
worden gevonden. Door de thans ontworpen
regeling kan de financiering van landbouw
werktuigen op een meer eenvoudige wijze
plaats vinden, terwijl voor de boerenleen
bank toch de nodige waarborgen zijn ge
schapen.
Wij zijn van mening dat hiermede door het
coöperatieve landbouwkredietwezen beter in
een bestaande behoefte kan worden voorzien
dan wellicht voorheen het geval was en ver
wijzen verder naar onze circulaire van eind
november.
267