heid de tering niet naar de nering kan zetten. De thesaurier-generaal van de schatkist heeft er dezer dagen bovendien nog eens speciaal de aandacht op gevestigd, dat de gemeenten slechts een klein gedeelte, ni. ongeveer één derde, van hun investerings uitgaven uit eigen bronnen kunnen dekken en voor het verschil op de kapitaalmarkt aangewezen zijn. Daarentegen voorziet het bedrijfsleven door zelffinanciering in het leeuwedeel van zijn investeringsbehoeften. Het ongeluk is echter geweest, dat toen het rentegamma aan de uitgifte van langlopende leningen door de gemeenten in de weg stond, deze in toenemende mate met kortlopende middelen, in de vorm van kasgeldleningen met looptijden van maximum een jaar, zijn gaan financieren. Daarin ligt de verklaring voor het sterk oplopen van de vlottende gemeenteschuld, waaraan inmiddels in het raam van de politiek van bestedingsbeper king door de regering paal en perk is ge steld. Want investeringsbehoeften, die lan gere tijd middelen vasthouden, mogen thans niet meer met kortlopend geld worden ge financierd met het oog op het inflationis- tische karakter daarvan blijkende bij niet verlenging van de kasgeldleningen, in welk geval dikwijls de schatkist of uiteindelijk zelfs de Nederlandsche Bank moet bij springen. Op de eerste stortingsdatum, welke was be paald voor de grote woningbouwlening voor de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, is volgens niet-officiële gegevens rond 280 miljoen in contanten voldaan, waarnaast voor 78 miljoen aan vorderingen op de lagere overheid in betaling werd gegeven. Een groot gedeelte van eerstgenoemd bedrag is klaarblijkelijk door de Bank voor Neder landsche Gemeenten aangewend ter aflos sing op reeds eerder ten behoeve van de gemeenten verstrekte kredieten en thans dus in de schatkist terecht gekomen. Heeft men hierbij met een normale kredietverhouding tussen Rijk en gemeenten te doen, anders is het gesteld met de kredieten, waarop de Nederlandsche Staat de laatste tijd in het buitenland een beroep heeft gedaan. Krediethulp van het buitenland Wij hebben hierbij in de eerste plaats het oog op de kredieten achtereenvolgens ver strekt door de Bank voor Internationale Betalingen, de Deutsche Bundesbank en het Internationale Monetaire Fonds. Al is dan somwijlen van de zijde der instanties in dit verhand het zwaartepunt gelegd op de deviezenpositie, het nevenresultaat is toch geweest een welkome versterking van de schatkist. In de thans afgesloten maand is een particuliere Duitse bankinstelling, nl. de Deutsche Bank, als redster in de nood van onze schatkist opgetreden, door aan de Nederlandsche Staat een krediet met een looptijd van een jaar van 200 miljoen te verlenen, waarvan de helft per 15 november werd betaald en de andere helft, dus even eens 100 miljoen, per 15 december zal worden voldaan. Laatstbedoelde kredietverstrekking geschiedt o]) een basis van 5 1/8 °/o disconto, neer komende op ca. 5,4 rente per jaar. Met betrekking tot deze laatste transactie werd medegedeeld, dat zij geschiedde in verband met het vervallen van enkele kortlopende verplichtingen aan het buitenland. Van de eerste helft van het krediet van de Deutsche Bank is dan ook netto slechts 9 miljoen naar ons land gevloeid, daar het verschil, dus rond 91 miljoen, is aangewend voor aflossing op eerder bij buitenlandse credi teuren geplaatst Nederlands schatkistpapier. A! met al zou nu nog in het buitenland, met inbegrip van de lening van het Monetaire Fonds, rond 500 miljoen aan nieuwe kort lopende verplichtingen uitstaan, waarvan het dollarkrediet ter grootte van 683/4 miljoen of rond 260 miljoen echter eerst na 3 a 5 jaar behoeft te worden afgelost. Grote emissiebedrijvigheid Intussen heeft de emissiemolen in de maand november op volle toeren gedraaid. Het 6 rentetype was hierbij troef en de ene lening na de andere oogstte een groot succes. Met ingang van december werd de inschrijving opengesteld op de 6 rentespaarbrief- lening 1957, wier spaarkarakter daarin be staat, dat geen rente van jaar op jaar wordt uitbetaald, doch uitsluitend bij aflossing. Tot maart blijft de gelegenheid tot in schrijving opengesteld. Men verkrijgt 6 rente per jaar benevens 4 rente over de ingehouden rente,waardoor het ingeschreven kapitaal gedurende de looptijd van 13 jaar verdubbelt. Wij willen hier thans niet in herhaling 277

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1957 | | pagina 15