fondsenmarkt zich door een vaste tendens kenmerkte. Eerst toen uit de laatste week staat van de Nederlandsche Bank bleek, dat het tegoed van het Rijk weer sterk was in- geschrompeld, werd de stemming zwakker, waarop intussen echter reeds weer een her stel is gevolgd. Verdere deviezenaanwas Verder trad op de geldmarkt evenzeer eerder een zekere ontspanning aan de dag. Het was waarschijnlijk geen toeval, dat de schatkist er in kon slagen onmiddellijk na de Ameri kaanse discontoverlaging een groot bedrag aan kortlopend schatkistpapier per tender te plaatsen, nl. rond 156 miljoen tegen een disconto van 43A per jaar of 1/8 °/o minder dan bij de vorige inschrijvingen en tenders op zulk papier sedert de ver hoging van het officiële disconto van de Nederlandsche Bank op 16 augustus jl. tot 5 moest worden betaald. De marge met het officiële disconto is weliswaar toch nog maar 1/4 en dus nog zeer klein, maar geeft toch blijk van een lichte verbetering. Parallel hiermede viel ook op de geldmarkt een zekere verruiming te constateren. Voorts valt in dit verband te wijzen op een voortgezette verbetering van de handels balans, die, vergeleken met de overeenkom stige maand van het vorige jaar een daling van het invoeroverschot te zien gaf, waar mede dus de lijn van september werd door getrokken. Of dit ook in november nog het geval is geweest viel aan het einde van de maand niet te beoordelen. Wel kon het vol doening schenken, dat de deviezenvoorraad der Nederlandsche Bank in november verder met 152 miljoen is gestegen tegen 210 miljoen in de voorafgaande maand. Het staat bovendien vast, dat ook het deviezenbezit van het particuliere bank wezen gedurende de laatste maanden is toe genomen. Maar deze aanwas komt uiteraard slechts in de weekstaat van de Neder landsche Bank tot uitdrukking, voor zover de particuliere banken de naar haar toe vloeiende deviezen aan de circulatiebank overdragen, waartoe zij niet verplicht zijn. De verruiming op de geldmarkt is echter ongetwijfeld mede aan die deviezenaanwas te danken geweest, daar deze immers ge paard gaat met een toeneming van de te goeden der rekeninghouders van de banken. De schatkist en gemeentefinanciering: Helaas heeft echter de miljardenstroom aan belastinggelden, die in de afgelopen maan den naar de schatkist is gevloeid, niet tot een duurzame versterking van de schatkist positie geleid. Op de laatste weekstaat van de maand was dit tegoed tot 145 miljoen teruggelopen, tegen 95 miljoen een maand tevoren, nadat op 11 november een stand van 203 miljoen en op 18 november van 256 miljoen was bereikt en er op 21 oktober zelfs een saldo van 305 miljoen was ge weest. Behalve de netto aflossingen op schat kistpapier spelen echter ten aanzien van de financiële positie van het Rijk tegenwoordig ook een rol de lasten, die op de schatkist drukken wegens kredietverlening ten be hoeve van de lagere overheid. Wanneer de gemeenten resp. de Bank voor Neder landsche Gemeenten ruimer in de mid delen zitten, zoals tijdelijk het geval is ge weest als gevolg van de storting op de Nationale Woningbouwlening, dan komen deze anderzijds aan het Rijk ten goede. Zo werd het vermoeden geuit, dat de stijging van het tegoed van de Staat bij de Neder landsche Bank in de eerste helft van novem ber nauw zou samenhangen met terug betalingen door de Bank voor Nederland sche Gemeenten van de door de gemeenten genoten rijksvoorschotten. Een aanwijzing in deze richting kon men aantreffen in de memorie van antwoord bij de algemene financiële beschouwingen der Tweede Kamer, waarin werd gesproken van „het verstrekken door het Rijk in de afge lopen maanden van belangrijke voorschotten aan de Bank voor Nederlandsche Gemeenten uit hoofde van de aan deze instelling verstrekte liquiditeitsgarantie". Verder heeft de minister vanFinanciën in deKamer mede gedeeld, dat het Rijk aan de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, ten behoeve van de betalingen van vervallen vlottende ge meenteschulden, krediet heeft verleend, welke vordering een maximum van niet minder dan 500 miljoen bereikte. Als een boemerang slaat dus de zwakke financiële positie van de gemeenten wier vlottende schuld per einde september jl. tot 1900 miljoen blijkt te zijn opgelopen, op de schat kist terug, waaruit nog eens duidelijk blijkt, hoe gevaarlijk en ongewenst het voor de staatsfinanciën is, wanneer de lagere over- 276

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1957 | | pagina 14