kroniek uit eigen kring Het probeem van de vakantie van onze kas siers, waarover wij in de kroniek van septem ber van dit jaar schreven, schijnt wel de belangstelling van deze functionarissen in onze organisatie te hebben gehad. Van de zijde van de kassiersvereniging ontvingen wij het verzoek dit punt nong eens onder de aan dacht van de bestuursleden der aangesloten bank te brengen. Ofschoon wij ervan over tuigd zijn, dat iedere kassier de gelegenheid moet krijgen enige tijd met vakantie te gaan om op deze wijze zijn geest te verfissen en de bestuursleden deze mening stellig zullen delen, ligt de moeilijkheid bij het vervangen van de kassier tijdens diens vakantie. Het behoeft o.i. geen betoog, dat de zaken van de bank ongestoord moeten worden voortgezet in het belang van haar cliënten, clie van de afwezigheid van de kassier geen hinder mogen ondervinden. Het gaat dan ook niet aan om de bank gedurende deze periode zonder meer te sluiten. Dit kon wellicht nog wel geschieden in de tijd, dat via de boeren leenbanken slechts contante bankzaken wer den verricht. Het zou dan mogelijk zijn geweest om wat extra geld in huis te nemen voor dringende betalingen en de cliënten zouden het renteverlies voor lief hebben ge nomen. Nu de boerenleenbaknen echter een ontwikkeling hebben doorgemaakt, waardoor thans ook het girale betalingsverkeer ten plattelande voor een belangrijk deel via deze banken wordt geleid, kan van sluiten van de bank gedurende enige tijd geen spraken zijn. Voor de grotere banken, die met goed inge werkt, terzake kundig personeel werken, zal de vervanging van de kassier geen noemens waardige bezwaren opleveren. Ook zal dit niet het geval zijn voor de banken, die be schikken over een plaatsvervangend kassier, die in staat is alle voorkomende werkzaam heden te verrichten, zij het wellicht na rug gespraak te houden met een kassier van een naburige bank. Er is echter nog steeds een aantal banken, waar de bovengeschetste mogelijkheden niet aanwezig zijn. Bij deze laatste categorie van banken bestaat er voor de kassiers vaak geen kans met vakantie te gaan, indien niet op een of andere wijze van buitenaf hulp kan worden geboden. Reeds in het septembernummer van de Raiffeisen- Bocle werd medegedeeld, dat de Centrale Bank cd het mogelijke doet om hulp te bieden, doch deze hulp moet zoals wij reeds schre ven te kort schieten. Op dit terrein ligt o.i. een taak voor clc provinciale verenigingen van kassiers, die misschien het initiatief zou den kunnen nemen om te trachten tot een oplossing door onderlinge handreiking te komen. Hiermede zal echter tijdig moeten worden begonnen, daar indien enkele kassiers van nabijgelegen banken besluiten om over en weer tijdens de vakanties voor elkaar de werkzaamheden te verrichten, de zittingen voor deze tijd zodanig moeten worden ge regeld, dat de vervanging praktisch uitvoer baar wordt. Bovendien zullen de besturen van de hulpverlenende zowel als van de hulp- ontvangende banken hun goedkeuring aan de voorgestelde gang van zaken moeten hechten. Wij meenden goed te doen dit probleem nog eens meer uitvoerig aan de orde te stellen, opdat ook de beslluursleden van onze ban ken hun gedachten over dit onderwerp kunnen laten gaan. De laatste jaren zien wij op het platteland verschillende dorpen en provinciesteden zich uitbreiden, doordat aldaar nieuwe industrieën worden gevestigd of nieuwe wooncentra wor den gebouwd. Dit heeft mede tot gevolg, dal de samenstel ling van de bevolking wijziging ondergaat. De vraag is gerezen of en in hoeverre deze ontwikkeling gevolgen zal hebben voor de aldaar gevestigde boerenleenbanken en of die gevolgen nadere voorzieningen zouden vra gen met betrekking tot hel beleid dier banken. Deze vraag wordt momenteel door ons ernstig bestudeerd. 247

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1957 | | pagina 5