bedrag, waardoor aan nieuwe vraag ter
beurze veel moeilijker kan worden voldaan
dan b.v. bij de woningbouwlening.
Inmiddels hebben ook diverse 6 °/o-pand-
brieven hun intrede gedaan en daarvan wer
den enkele miljoenen geplaatst. Deze soort
schuldbewijzen hebben echter het bezwaar,
dat ze als regel reeds na een jaar of twee ver
vroegd aflosbaar zijn. hetgeen een groot
nadeel kan zijn, wanneer de rente in de
naaste toekomst weer eens een dalende lijn
mocht gaan volgen. Voorshands ziet het
daarnaar weliswaar nog allerminst uit er
moet immers nog zeker P/2 miljard kort
lopende gemeenteschuld in langlopende
schuld worden omgezet en deze wetenschap
zal stellig aan een noemenswaardige rente
daling in de naaste toekomst in de weg staan.
Maar gesteld eens, dat de betalingsbalans
van maand op maand een overschot zou
blijven opleveren en dat de investeringslust
van het bedrijfsleven sterk zou verminderen,
dan zouden deze beide factoren samen toch
een zodanige verruiming op geld- en kapi
taalmarkt teweeg brengen, dat daardoor de
rentestand weer zou dalen, omdat dan ge
makkelijker in de bestaande financierings
behoeften zou kunnen worden voorzien.
Nog zwakke schatkistpositie
Zoals men weet heeft de regering herhaalde
lijk en voor het laatst in de Miljoenennota te
kennen gegeven zich vooral ten behoeve van
de lagere overheid van een beroep op de
kapitaalmarkt te willen onthouden. Indien
echter de positie van de schatkist niet ruimer
wordt, dank zij een ontspanning door
deviezenaanwas enz., kan de Staat toch wel
eens in de noodzakelijkheid komen te ver
keren, zelf in het voorjaar een nieuwe lening
te moeten uitgeven. Voor het ogenblik ver
keert men in financiële kringen in afwachting
van de spaarcertificaten ten behoeve van de
woningbouw, waarvan waarschijnlijk bij het
verschijnen van dit nummer de nadere bij
zonderheden reeds bekend zullen zijn.
Belastingdrainering
De kapitaalschaarste in de particuliere sector
wordt in deze tijd van het jaar verscherpt
door de aanzienlijke belastingbetalingen, die
in september j.1. een bedrag van 800 mil
joen hebben overschreden. Voor de maand
oktober werden de belastingbetalingen nog
aanmerkelijk hoger geraamd, zodat zij dan
wellicht tegen het miljard zullen lopen. Bij
de schatkist hebben deze aanzienlijke be
talingen tot dusverre helaas niet tot een
zichtbare versterking van de positie kunnen
bijdragen. Want wel was in het midden van
de maand het tegoed van het Rijk bij de
Nederlandsche Bank tot boven de 300 mil
joen gestegen, maar volgens de laatste
weekstaat, die in oktober is gepubliceerd, was
dit tegoed weer tot 95Va miljoen geslonken.
Wanneer wij dan ook zien. dat in onze
maandelijkse koerstabel de daarin opge
nomen staatsleningen weer op een lager
niveau zijn terecht gekomen, dan vindt deze
ontwikkeling haar verklaring voor een deel
stellig in de nog altijd enigszins bloedarmoe
dige positie van de schatkist. Daarnaast
hebben er echter toch, zij het niet op grote
schaal, koersdrukkende ruilingsverkopen
plaats gehad, verkopen dus van oude staats
leningen tot vrijmaking van middelen, die
hun weg naar de nieuwe 0 %-emissies heb
ben gevonden.
In doorsnee schommelt thans het rendement
van aflosbare staatsleningen tussen 43/i en
5V2 °/o. Dit laatste is b.v. het geval met de
31/2% lening 1956, waarvan de gemiddelde
looptijd op ruim 14 jaar kan worden becijferd.
Nog steeds zijn de rendementen van de het
kortst lopende leningen het hoogst, al is het
verschil met dat van de langer lopende
leningen sterk ingekrompen.
Kenmerkend voor de tot dusver voortgezette
stijging van de rentevoet is het nieuwe
laagtepunt van 53 waarop de 2V2 Ned.
Werkelijke Schuld in de maand oktober
afsluit. Op deze basis bedraagt het rendement
van dit fonds ca. 4,7 hetgeen dus voor de
thans geldende verhoudingen aan de lage
kant is. Daar staat tegenover, dat men niet
bevreesd behoeft te zijn voor aflossing en dat
men door koersstijging bij een daling van de
rentestand in de toekomst belangrijke be
lastingvrije vermogensaanwas hierop
verkrijgt.
Verruiming voor de banken
Het particuliere bankwezen heelt in de al
gelopen maand bij besluit van de Neder
landsche Bank de verplichte dekking van
6 tot 4 mogen verlagen en wel met ingang
van 22 oktober. Dat percentage heeft zoals
men weet betrekking op de aan de banken
255